ECLI:NL:RBROT:2025:3732

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
FT RK 24/1663 – FT RK 24/1664
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.P. van Eeden-van Harskamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling met meerdere schuldeisers

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord voor een schuldregeling. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft op 21 november 2024 een verzoek ingediend voor een schuldsaneringsregeling en heeft daarbij een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers. De aangeboden regeling voorziet in een betaling van 16,02% aan de preferente schuldeisers en 8,01% aan de concurrente schuldeisers. Van de acht schuldeisers hebben zeven schuldeisers ingestemd met de regeling, maar Pinokkio Kinderdagverblijf heeft geweigerd in te stemmen, omdat zij de aangeboden bedragen te laag vond in verhouding tot haar vordering. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers afgewogen tegen die van Pinokkio. De rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoeker kan bieden en dat de belangen van verzoeker en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van Pinokkio. De rechtbank heeft Pinokkio bevolen in te stemmen met de schuldregeling en haar veroordeeld in de kosten van de procedure. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de dwangakkoord een gunstiger resultaat zal opleveren voor de schuldeisers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer 1] – [nummer 2]
uitspraakdatum: 20 maart 2025
toewijzing gedwongen schuldregeling
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [plaats] ,
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 21 november 2024, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een aantal schuldeisers, te weten:
  • Pinokkio Kinderdagverblijf, in behandeling bij RIB incasso (hierna: Pinokkio);
  • Famed B.V., in behandeling bij Yards deurwaardersdiensten (hierna: Famed);
die weigeren mee te werken aan een door verzoeker aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Famed heeft voorafgaande aan de zitting, bij e-mailbericht van 12 februari 2025, aan schuldhulpverlening te kennen gegeven alsnog in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Schuldhulpverlening heeft de rechtbank op 13 februari 2025 hiervan in kennis gesteld.
Ter zitting van 12 maart 2025 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • de heer [persoon A] , werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna: schuldhulpverlening);
  • mevrouw [persoon B] en mevrouw [persoon C] , beiden werkzaam bij Pinokkio.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoeker heeft bij brief van 11 oktober 2024 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 18,46% aan de preferente schuldeisers en 9,23% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Verzoeker had op dat moment zeven schuldeisers met twee preferente en zes concurrente vorderingen (de Belastingdienst heeft een preferente en een concurrente vordering). De schuldeisers hadden op dat moment een bedrag van € 60.094,15 van verzoeker te vorderen. Uit het ingediende verzoekschrift blijkt dat de schuldenlast is toegenomen naar een bedrag van € 70.037,67. De toename is veroorzaakt door een nagekomen, aanvullende vordering van de verhuurder van de woning waarin verzoeker voorheen met zijn gezin woonde. Na de echtscheiding is de ex-echtgenote met de kinderen daarin blijven wonen en is een huurachterstand ontstaan, waarvoor verzoeker hoofdelijk aansprakelijk is. Het aangeboden percentage aan de schuldeisers is hierdoor gewijzigd naar een betaling van 16,5% aan de preferente schuldeisers en 8,25% aan de concurrente schuldeisers. Uit de door schuldhulpverlening overgelegde aanvullende stukken van 28 februari 2025 is gebleken dat de schuldenlast opnieuw is toegenomen wegens een nagekomen vordering. De schuldenlast betreft nu € 72.826,64 van acht schuldeisers. Het aangeboden percentage aan de schuldeisers is hierdoor wederom gewijzigd, thans naar een betaling van 16,02% aan de preferente schuldeisers en 8,01% aan de concurrente schuldeisers. Ter zitting heeft schuldhulpverlening verklaard dat alle schuldeisers over de wijzigingen zijn geïnformeerd en zijn gevraagd of zij het door hun verleende akkoord wilden intrekken of handhaven; alle schuldeisers, behalve Pinokkio, hebben hun instemming met het akkoord gehandhaafd.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De aangeboden regeling is gebaseerd op de afloscapaciteit die verzoeker heeft op basis van zijn dienstbetrekking. Verzoeker werkt fulltime en heeft een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. De aangeboden regeling voorziet in uitkering van een prognosepercentage. Dat betekent dat de afloscapaciteit eventueel nog hoger of nog lager zal kunnen uitvallen. Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden. Verzoeker heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan.
Zeven van de acht schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Pinokkio stemt hier niet mee in. Zij heeft een vordering van € 6.310,31 op verzoeker, welke 8,66% van de totale schuldenlast beloopt.

3.Het verweer

Ter zitting heeft Pinokkio verklaard dat haar vordering ziet op facturen voor kinderopvang. De dochter van verzoeker maakte sinds 18 juni 2018 gebruik van de kinderopvang bij Pinokkio. Pinokkio heeft begrip gehad voor de persoonlijke situatie van verzoeker en heeft daardoor enige coulance getoond bij het onbetaald laten van haar facturen. Op verzoek van verzoeker heeft Pinokkio een betalingsregeling met verzoeker getroffen, waaraan verzoeker zich niet heeft gehouden. Uiteindelijk heeft Pinokkio, door het oplopen van de vordering, de kinderopvang beëindigd. Pinokkio heeft te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden. Het aanbod staat niet in verhouding met de totale schuldvordering. Pinokkio heeft toegelicht dat zij als klein onafhankelijk kinderdagverblijf kampt met een hoog uitstaand debiteurensaldo, waaronder de vordering op verzoeker, en zelf in de financiële problemen zal raken als haar vordering niet volledig wordt betaald. Voor Pinokkio is haar vordering dan ook een serieus bedrag, waarvoor zij niet zonder meer finale kwijting kan verlenen.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Pinokkio bij haar weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Pinokkio in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoeker of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vordering van Pinokkio een aandeel vormt in de totale schuldenlast van 9%.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk zeven van de acht schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten Stroomopwaarts. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoeker beschikt over een fulltime baan, op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dat betekent dat verzoeker reeds voldoet aan de in de schuldsaneringsregeling bestaande werkverplichting voor 36 uur per week. Door schuldhulpverlening is ter zitting verklaard dat aan alle waarborgen, die ervoor moeten zorgen dat verzoeker het maximale ten behoeve van zijn schuldeisers zal afdragen, is voldaan. Het ontstaan van nieuwe schulden ligt niet in de rede.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoeker van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoeker zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden.
De rechtbank heeft weliswaar begrip voor de situatie van Pinokkio, maar op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat de belangen van verzoeker die vanuit een stabiele situatie zijn schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Pinokkio, die geweigerd heeft in te stemmen.
Het verzoek om Pinokkio te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Pinokkio zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoeker zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden en dat hij niet verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Pinokkio om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Pinokkio in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P. van Eeden-van Harskamp, rechter, en in aanwezigheid van S.R.L.T. Peek, griffier, in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.