Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaren met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) jaar;
€ 350.000,- (zegge: driehonderdvijftigduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening.
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] te betalen
€ 350.000,- (hoofdsom, zegge: driehonderdvijftigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 350.000,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
365 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 19.364,77 (zegge: negentienduizend driehonderdvierenzestig euro en zevenenzeventig eurocent), bestaande uit € 1.864,77 aan materiële schade en € 17.500,- aan affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] te betalen
€ 19.364,77 (hoofdsom, zegge: negentienduizend driehonderdvierenzestig euro en zevenenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
131 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 17.500,- (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), bestaande uit € 17.500,- aan affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 3] te betalen
€ 17.500,- (hoofdsom, zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 17.500,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
122 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 17.500,- (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), bestaande uit € 17.500,- aan affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 5] in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van [benadeelde partij 6] te betalen
€ 17.500,- (hoofdsom, zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 17.500,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
122 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;