ECLI:NL:RBROT:2025:370
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van schulddienstverlening door ernstige wangedragingen van de eiser
Deze uitspraak betreft de beëindiging van de schulddienstverlening van eiser door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Eiser, die in de schulddienstverlening was opgenomen, was het niet eens met het besluit van het college om deze per direct te beëindigen en hem voor drie jaar uit te sluiten van verdere schulddienstverlening. De rechtbank heeft op 15 januari 2025 geoordeeld dat het college de schulddienstverlening op goede gronden heeft beëindigd en dat het besluit niet onevenredig is. Eiser had zich ernstig misdragen tegenover medewerkers van de Kredietbank Rotterdam (KBR), wat leidde tot de beëindiging van de dienstverlening. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op meerdere momenten grove scheldwoorden en bedreigingen heeft geuit, en dat hij herhaaldelijk is aangesproken op zijn gedrag. Ondanks zijn verontschuldigingen en de context van zijn gedrag, heeft de rechtbank geoordeeld dat het college terecht heeft besloten tot beëindiging van de schulddienstverlening. Eiser heeft geen kans gehad om zijn gedrag te verbeteren, aangezien hij na zijn excuses opnieuw ernstig wangedrag vertoonde. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de uitsluiting voor drie jaar niet onevenredig is, gezien de ernst van het wangedrag en de impact op de medewerkers van de KBR. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard.