ECLI:NL:RBROT:2025:3698
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen bestuurlijke boete op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een bestuurlijke boete van € 2.000,- opgelegd door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid & Natuur. Eiseres had op 2 oktober 2024 bezwaar aangetekend tegen deze boete, maar het bezwaar werd door de minister niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen bezwaargronden waren ingediend. De rechtbank oordeelt dat het niet indienen van bezwaargronden niet verschoonbaar is, aangezien eiseres op de hoogte was van het ontbreken van deze gronden en de gelegenheid heeft gekregen om deze binnen een termijn van vier weken in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen bezwaargronden heeft ingediend binnen de gestelde termijn en dat er geen reden is om aan te nemen dat het verzuim niet aan haar kan worden toegerekend. De rechtbank concludeert dat de minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.