Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 juni 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de akte van Gustoha van 23 januari 2025, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Gustoha B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Gustoha, gevestigd in Amsterdam, heeft een vordering ingesteld wegens betalingsachterstand van huur voor een bedrijfsruimte die door de gedaagde werd gehuurd vanaf 1 oktober 2020. De huurovereenkomst is inmiddels beëindigd en de gedaagde heeft de bedrijfsruimte op 31 juli 2024 ontruimd. Gustoha eist betaling van de huurachterstand, inclusief rente en incassokosten, maar de gedaagde betwist de hoogte van de huurachterstand, stellende dat deze is berekend op basis van een te hoge huurprijs. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de huurprijsverhoging correct is doorgevoerd en dat de gedaagde hiermee akkoord is gegaan. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 8.890,40 aan huurachterstand, evenals € 406,- aan incassokosten. De vordering tot vergoeding van rente is afgewezen, omdat deze was berekend op basis van een onjuiste hoofdsom. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, die grotendeels ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Gustoha het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.