In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als verzoekster, en haar werkgever, Basis-E-Markt Rotterdam B.V. De verzoekster was van 6 november 2023 tot en met 5 november 2024 in dienst bij Basis-E-Markt op basis van twee arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. De verzoekster vorderde een aanzegvergoeding, omdat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet schriftelijk had opgezegd, en daarnaast een transitievergoeding, loon tot de einddatum, vakantiegeld en openstaande vakantiedagen. De werkgever stelde dat zij niets meer verschuldigd was aan de verzoekster.
De kantonrechter oordeelde dat Basis-E-Markt de aanzegvergoeding van € 1.433,67 moest betalen, omdat de werkgever niet had voldaan aan de aanzegverplichting. Ook werd de transitievergoeding van € 516,12 toegewezen, omdat aan de wettelijke voorwaarden was voldaan. De kantonrechter oordeelde verder dat het loon van de verzoekster tot de einddatum van het dienstverband moest worden doorbetaald, ondanks dat zij mogelijk ziek was. De werkgever mocht het loon niet verrekenen met de zorgpremie, en de verzoekster had recht op vakantiegeld en uitbetaling van openstaande vakantiedagen. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente, en heeft de proceskosten voor rekening van de werkgever gesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.