7.4.Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank acht, met de officier van justitie, en anders dan de deskundigen hebben geadviseerd en de raadsvrouw van de verdachte heeft bepleit, behandeling in het kader van een tbs maatregel met voorwaarden niet afdoende om het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau te verlagen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de e-mail van de voormalig raadsman van de verdachte, mr. J.K. Gaasbeek, gedateerd 27 maart 2024. Hierin is kort samengevat uiteen gezet dat de verdachte, zijn moeder en zijn zussen in de afgelopen anderhalf jaar met klem hebben aangedrongen bij de betrokken hulpverleners en autoriteiten op een spoedige opname van de verdachte in een goed gestructureerde setting als waar de verdachte in de vijftien jaar daarvoor heeft verbleven.
Ter zitting heeft de zus van de verdachte als mentor naar voren gebracht dat de verdachte geholpen wil worden maar dat hij wegens het falende zorgsysteem niet de juiste hulp aangeboden heeft gekregen. Toen hij kortdurende zorg aangeboden kreeg, functioneerde hij goed, maar hij werd daarna steeds zonder nazorg weer op straat gezet, waarbij het herhaaldelijk mis ging. Ondanks heel veel aandringen bij de betrokken instanties op opname en behandeling en ondanks het voorhouden van alle risico’s van het onbehandeld op straat verblijven, hebben de instanties niet gedaan wat nodig was.
Naar het oordeel van de rechtbank is een gestructureerde en intensieve behandeling binnen het tbs-kader nodig om de maatschappij tegen de verdachte, en de verdachte tegen zichzelf te beschermen.
De deskundigen hebben geadviseerd om een tbs maatregel met voorwaarden aan de verdachte op te leggen. Volgens de deskundigen dient de behandeling - gelet op het gebrek aan ziekte-inzicht en de aanwezige, structurele pathologie - (in de eerste fase) in een stevig en klinisch kader plaats te vinden. Het is hierbij van belang dat er voldoende toezicht, zorg en controle beschikbaar is om het toestandsbeeld van de verdachte te monitoren en de verdachte zo goed mogelijk in te stellen op medicatie. Als de psychose in remissie is, zou de zorg over kunnen gaan in langdurige intensieve ambulante hulpverlening waarbij de verdachte verder begeleid en ondersteund wordt in zijn dagelijkse leven. De verdachte is al vele malen opgenomen geweest waarbij er momenten zijn geweest dat hij abstinent was van middelen en ingesteld was op medicatie. Ter zitting hebben de deskundigen toegelicht dat de verdachte in staat is om mee te werken als er een vast kader is, maar dat de verdachte terugvalt als het kader verslapt of wegvalt. Dit is het gevolg van de pathologie van de verdachte. De deskundigen verwachten dat de verdachte niet in staat is om zich aan bijzondere voorwaarden, opgelegd bij een voorwaardelijk strafdeel, te houden, maar wel in het kader van een tbs maatregel. In dat geval is er namelijk sprake van een stok achter de deur in de vorm van een klinische plaatsing of omzetting in een tbs maatregel met verpleging van overheidswege.
De rechtbank is echter – net als de officier van justitie en de reclassering – van oordeel dat van de verdachte, gelet op zijn pathologie, niet kan worden verwacht dat hij zich aan de gestelde voorwaarden zal houden. Een tbs maatregel met voorwaarden is sterk gericht op resocialisatie. De maatregel gaat uit van vrijwillige behandeling en vraagt langdurige toewijding en inzet van de verdachte. De verdachte heeft echter geen ziekte-inzicht en inherent aan zijn problematiek is dat hij niet beschikt over de vereiste toewijding en inzet om dit traject succesvol te volbrengen.
De rechtbank acht een langdurige klinische behandeling in een strak kader dan ook noodzakelijk, waarbij eventuele vrijheden in kleine stappen kunnen worden opgebouwd. Er moet voor worden gewaakt dat de verdachte wordt overvraagd. De rechtbank betrekt in haar oordeel ook het beeld van de verdachte ter zitting, dat dit oordeel bevestigt.
De rechtbank overweegt dat aan de voorwaarden voor het opleggen van een tbs maatregel met verpleging van overheidswege is voldaan. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen de terbeschikkingstelling van de verdachte met verpleging van overheidswege. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van het bewezen verklaarde feit en het gevaar voor herhaling. Vastgesteld wordt dat het bewezen verklaarde feit een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, Sr.
De rechtbank concludeert dat een tbs maatregel met voorwaarden niet haalbaar is en zal daarom een tbs maatregel met verpleging van overheidswege gelasten nu goede alternatieven daarvoor niet voorhanden zijn.
Ongemaximeerd
Vastgesteld wordt dat het strafbare feit ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden opgelegd een misdrijf betreft dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daartoe zijn de aard en de kwalificatie van het bewezen verklaarde feit redengevend. De totale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank ziet – anders dan de officier van justitie – geen aanleiding om daarnaast een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr aan de verdachte op te leggen. De benadeelde partij was voor de verdachte een volstrekt willekeurig slachtoffer en de rechtbank heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat de verdachte contact met haar zal zoeken.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregel passend en geboden.