Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak: 13 maart 2025
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- toepassing van het jeugdstrafrecht;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 308 dagen, met aftrek
- met opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.
4.Waardering van het bewijs
tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht
bij een woning gelegen aan de [adres 2] (nummer [huisnummer A] )
door
een stuk zwaar vuurwerk (Cobra) aan te steken en tot ontbranding te brengen
envervolgens naar de voordeur van die woning te gooien,
waardoor dat stuk vuurwerk tot ontploffing kwam,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde woning en/of
de inboedel van die woning te duchten was.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Vanwege de gebrekkige handelingsvaardigheden en omdat er nog mogelijkheden voor pedagogische beïnvloeding worden gezien, adviseert de reclassering het jeugdstrafrecht toe te passen.
• Meldplicht bij de reclassering;
• Ambulante behandeling door Fivoor, de Waag, Humanitas Homerun of een soortgelijke zorgverlener;
• Beschermd wonen bij Jongleren van het Leger des Heils of een andere instelling voor beschermd wonen, begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
• Contactverbod met de medeverdachten en slachtoffers;
• Dagbesteding in de vorm van school, stage en/of werk;
• Meewerken aan controle van het gebruik van onder andere cocaïne, lsd en 2c-b.
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
10.Vorderingen tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Bijlagen
13.Beslissing
jeugddetentievoor de duur van
307 (driehonderdzeven) dagen;
180 (honderdtachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt vastgesteld op
2 (twee) jaren;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
benadeelde partij [benadeelde 1], te betalen een bedrag van
€ 1.000,--(
zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de
benadeelde partij [benadeelde 1]te betalen
€ 1.000,-- (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
benadeelde partij [benadeelde 2], te betalen een bedrag van
€ 1.000,--(
zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de
benadeelde partij [benadeelde 2]te betalen
€ 1.000,--(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
de tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 40 uur, van de bij vonnis van 15 februari 2023 van de kinderrechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde taakstraf (parketnummer 10-262734-22);
de tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 20 uur, van de bij vonnis van 4 april 2024 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde taakstraf (parketnummer 10-317975-23).
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht
in/aan/bij een woning gelegen aan de [adres 2] (nummer [huisnummer A] )
door
een stuk zwaar vuurwerk (Cobra) aan te steken en/of tot ontbranding te brengen
en/of (vervolgens) naar/tegen de voordeur van die woning te gooien,
waardoor dat stuk vuurwerk tot ontploffing kwam,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde woning en/of
de inboedel van die woning en/of aangrenzende woningen en/of inboedels van die
aangrenzende woningen,
te duchten was.