Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het in de dagvaarding met parketnummer 10.324413.24 ten laste gelegde feit;
- bewezenverklaring van de in de dagvaarding met parketnummer 10.287816.24 primair ten laste gelegde feiten;
- bewezenverklaring van de in de dagvaarding met parketnummer 10.366838.24 ten laste gelegde feiten;
- bewezenverklaring van het in de dagvaarding met parketnummer 10.381616.24 ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10.202983.23.
4.Waardering van het bewijs
n,
eenkoffer
5.Strafbaarheid feiten
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
1.diefstal door twee of meer verenigde personen;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.324413.24 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10.287816.24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10.366838.24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.381616.24 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
€ 1.707,59 (zegge: duizendzevenhonderdzeven euro en negenenvijftig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 1.707,59(hoofdsom:
zegge duizendzevenhonderdzeven euro en negenenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
27 (zevenentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 75,= (zegge: vijfenzeventig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 4] te betalen
€ 75,=(hoofdsom:
zegge vijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 93,45 (zegge: drieënnegentig euro en vijfenveertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 6] te betalen
€ 93,45(hoofdsom:
zegge drieënnegentig euro en vijfenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;