ECLI:NL:RBROT:2025:3544

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
18 maart 2025
Zaaknummer
10.366838.24, 10.324413.24, 10.287816.24 en 10.381616.24 (ttz. gev) / 10.202983.23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens diefstal en inbraak in Rotterdam

Op 13 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen een verdachte die in een periode van twee maanden vijf auto-inbraken heeft gepleegd, heeft deelgenomen aan de plundering van een kledingwinkel en een reeks diefstallen heeft gepleegd met gebruik van de pinpas van een ander. De verdachte, geboren in 1980 en niet ingeschreven in de basisregistratie, is niet verschenen op de zitting. De officier van justitie heeft gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlasteleggingen en een gevangenisstraf van 12 maanden, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 10 maanden opgelegd. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere diefstallen, gepleegd met braak en in vereniging met anderen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn strafblad in overweging genomen. De verdachte heeft een uitgebreid justitieel verleden met vermogensdelicten en er zijn geen beschermende factoren aanwezig. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoedingen zijn opgelegd aan de slachtoffers van de diefstallen. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde taakstraf afgewezen, gezien de omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummers: 10.366838.24, 10.324413.24, 10.287816.24 en 10.381616.24 (ttz. gev)
Parketnummer vordering TUL: 10.202983.23
Datum uitspraak: 13 maart 2025
Verstek
Vonnisvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 27 februari 2025.

2.Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C. de Kimpe heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het in de dagvaarding met parketnummer 10.324413.24 ten laste gelegde feit;
  • bewezenverklaring van de in de dagvaarding met parketnummer 10.287816.24 primair ten laste gelegde feiten;
  • bewezenverklaring van de in de dagvaarding met parketnummer 10.366838.24 ten laste gelegde feiten;
  • bewezenverklaring van het in de dagvaarding met parketnummer 10.381616.24 ten laste gelegde feit;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest;
  • afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10.202983.23.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen en zijn raadsman was niet gemachtigd.
De ten laste gelegde feiten worden onder verwijzing naar de bewijsmiddelen zonder nadere bespreking bewezen verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
10.324413.24
hij in de periode van 29 augustus 2024 tot en met 30 augustus 2024 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander- een broek en zwemvesten en verzekeringsdocumenten en een inschrijvingsbewijs die aan [slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] toebehoorden,
en
- een motorhelm en sleutels die aan [slachtoffer 2] toebehoorde
n,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak ;
10.287816.24
1
hij op 8 september 2024 te Rotterdam,
- losse euromunten
- was-passen van BOB carwash,
- een parkeerkaart van kenteken [kentekennummer 1] ,
- een ruitentikker,
- oordopjes,
- medicatie,
- een lege brillendoos,
- een parfumtester en
-
eenkoffer
en een tas met inhoud, te weten golfballen, tennisballen, flacons ruitenvloeistof, houtkit en motorolie,
die aan [slachtoffer 3] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, ;
2
hij op 8 september 2024 te Rotterdam,
een tas met inhoud, te weten ballen die aan [slachtoffer 4] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
10.366838.24
1
hij op 8 oktober 2024 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen
in/uit een winkelpand, te weten de [naam winkel] aan de [adres] ,
kleding en parfum en kleingeld die aan die [naam winkel] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij omstreeks 29 september 2024 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander
uit een auto (Mercedes met kenteken [kentekennummer 2] ),
een flesje water dat aan [slachtoffer 5] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak ;
10.381616.24
hij op meerdere tijdstippen op 27 oktober 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander
geldbedragen (te weten: 3,05 euro en22,90 euro en 32,50 en 35,00 euro), die aan [slachtoffer 6] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaderdie weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een pin-/betaalpas, tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10.324413.24
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd;
10.287816.24
1.
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2.
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
10.366838.24

1.diefstal door twee of meer verenigde personen;

2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
10.381616.24
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft in een periode van twee maanden vijf auto-inbraken gepleegd, hij heeft in de nachtelijke uren meegedaan met de plundering van een kledingwinkel en hij heeft samen met een mededader een reeks diefstallen van geldbedragen gepleegd door gebruik te maken van een pinpas van een ander. Dit zijn ergerlijke feiten die niet alleen materiële schade, maar ook veel overlast veroorzaken voor de gedupeerden. Daarnaast veroorzaken deze delicten gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De verdachte heeft met zijn handelen slechts gedacht aan zijn eigen (geldelijk) gewin. Door het plegen van deze feiten heeft hij laten blijken geen respect te hebben voor eigendommen van anderen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 5 februari 2025 blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt op 12 februari 2025. De verdachte heeft niet meegewerkt aan het onderzoek van de reclassering.
De verdachte heeft een uitgebreid justitieel verleden met veel vermogensdelicten. De ten laste gelegde feiten maken deel uit van dit patroon. De reclassering heeft over de leefgebieden nauwelijks recente informatie kunnen verkrijgen. Er kan wel gesproken worden van sociaal maatschappelijke problemen zoals het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, dagbesteding en inkomen. Verder zijn er risicofactoren op de leefgebieden financiën, middelengebruik en psychosociaal functioneren. De verdachte lijkt een weinig steunend sociaal netwerk te hebben en mogelijk is er zelfs sprake van een negatief sociaal netwerk en verwervingscriminaliteit. Er zijn geen beschermende factoren. De verdachte staat onder toezicht van de reclassering in het kader van een schorsing in de zaak met parketnummer 10.366838.24. Hij houdt zich niet aan de bijzondere voorwaarden en is niet bereikbaar.
Het risico op recidive schat de reclassering hoog in. Door zijn problematiek is de verdachte vermoedelijk niet gemotiveerd om iets aan zijn delictgedrag te veranderen. Omdat er geen mogelijkheden zijn om met hem in contact te komen, kan geen inhoud worden gegeven aan een toezicht. De reclassering adviseert dan ook om de zaak af te doen zonder reclasseringsbemoeienis.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst, aard en de hoeveelheid bewezenverklaarde feiten, in combinatie met het strafblad van de verdachte, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank acht alles afwegende een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

8.1.
Vorderingen benadeelde partijen
In de zaak met parketnummer 10.324413.24 heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd: [slachtoffer 2] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.707,59 aan materiële schade en een vergoeding van € 200,= aan immateriële schade.
In de zaak met parketnummer 10.287816.24 heeft zich ten aanzien van feit 2 als benadeelde partij in het geding gevoegd: [slachtoffer 4] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 420,70 aan materiële schade.
In de zaak met parketnummer 10.381616.24 heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd: [slachtoffer 6] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 98,60 aan materiële schade.
8.2.
Standpunt officier van justitie
Van de vordering van [slachtoffer 2] is de gevorderde materiële schade wel toewijsbaar, maar de vordering tot vergoeding van de immateriële schade niet.
De vordering van [slachtoffer 4] is toewijsbaar voor zover deze ziet op het gevorderde eigen risico. Het overige gevorderde bedrag is reeds vergoed door de verzekeraar en komt daarom niet voor vergoeding in aanmerking.
De vordering van [slachtoffer 6] is toewijsbaar.
Over de toe te wijzen bedragen is wettelijke rente verschuldigd en de schadevergoedingsmaatregel dient te worden opgelegd.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank heeft hiervoor bewezen verklaard dat de verdachte de feiten tegen alle drie de benadeelde partijen heeft gepleegd. Dit betekent ook dat de verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partijen en dat hij verplicht is de schade die zij als gevolg daarvan lijden, te vergoeden.
De door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gevorderde materiële schade is geheel toewijsbaar nu deze niet wordt betwist en deze schade niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De gevorderd immateriële schade komt niet voor vergoeding in aanmerking omdat het causaal verband tussen de onrechtmatige gedraging en de schade te ver verwijderd is. Dit deel van de vordering zal dan ook worden afgewezen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] wordt toegewezen tot € 75,=, te weten het bedrag van zijn eigen risico. Voor het overige wordt de vordering afgewezen. Uit de overgelegde factuur blijkt namelijk dat dit bedrag reeds vergoed is door de verzekeraar zodat de benadeelde partij in zoverre geen schade heeft geleden.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat bewezen is dat de verdachte een bedrag van € 93,45 heeft gepind met de pinpas van de benadeelde partij [slachtoffer 6] . De gevorderde schade zal dan ook tot dat bedrag toegewezen worden. Voor het overige gedeelte wordt de vordering afgewezen.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] een schadevergoeding betalen van
€ 1.707,59, aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] een schadevergoeding van € 75,= betalen en aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] een schadevergoeding van € 93,45 betalen. De schadevergoedingen zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dat het feit is gepleegd. Daarnaast wordt oplegging van de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Vordering tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 18 juni 2024 van de politierechter van deze rechtbank is de verdachte ter zake diefstal veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 3 juli 2024.
9.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering tenuitvoerlegging af te wijzen omdat op het moment dat de taakstraf nu ten uitvoer wordt gelegd, de kans groot is dat de reclassering niet met de verdachte in contact kan komen.
9.3.
Beoordeling
Hoewel aan de wettelijke voorwaarden voor toewijzing van de vordering is voldaan, worden termen aanwezig geacht de last tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke opgelegde strafdeel niet te geven, mede gelet op de straf die de verdachte in onderhavige zaken opgelegd krijgt en zijn onbereikbaarheid voor de reclassering de afgelopen periode.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 47, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.324413.24 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10.287816.24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10.366838.24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.381616.24 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
benadeelde partij [slachtoffer 2]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van
€ 1.707,59 (zegge: duizendzevenhonderdzeven euro en negenenvijftig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 1.707,59(hoofdsom:
zegge duizendzevenhonderdzeven euro en negenenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
27 (zevenentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
benadeelde partij [slachtoffer 4]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] , te betalen een bedrag van
€ 75,= (zegge: vijfenzeventig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 4] te betalen
€ 75,=(hoofdsom:
zegge vijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
benadeelde partij [slachtoffer 6]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] , te betalen een bedrag van
€ 93,45 (zegge: drieënnegentig euro en vijfenveertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 6] te betalen
€ 93,45(hoofdsom:
zegge drieënnegentig euro en vijfenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
wijst afde gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 18 juni 2024 van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke taakstraf (parketnummer 10.202983.23).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker, voorzitter,
en mrs. A.J.P. van Essen en B. Vaz, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Hessing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
10.324413.24
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 29 augustus 2024 tot en met 30 augustus 2024 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een broek en/of een of meerdere zwemvesten en/of verzekeringsdocumenten en/of een inschrijvingsbewijs, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] toebehoorde(n),
- een lifehammer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] en/of [naam bedrijf 2] toebehoorde(n) en/of
- een motorhelm en/of een of meerdere sleutels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] toebehoorde,
in elk geval (telkens) aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
10.287816.24
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 8 september 2024 te Rotterdam,
- een of meerdere losse euromunten, althans enig geldbedrag,
- een of meerdere was-passen van BOB carwash,
- een parkeerkaart van kenteken [kentekennummer 1] ,
- een ruitentikker,
- oordopjes,
- medicatie,
- een lege brillendoos,
- een parfumtester en/of
- twee koffers
en/of
een tas met inhoud, te weten meerdere golfballen, meerdere tennisballen, meerdere flacons ruitenvloeistof, houtkit en motorolie,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans,indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 september 2024 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
- een of meerdere losse euromunten, althans enig geldbedrag,
- een of meerdere was-passen van BOB carwash,
- een parkeerkaart van kenteken [kentekennummer 1] ,
- een ruitentikker,
- oordopjes,
- medicatie,
- een lege brillendoos,
- een parfumtester en/of
- twee koffers
en/of
een tas met inhoud, te weten meerdere golfballen, meerdere tennisballen, meerdere flacons ruitenvloeistof, houtkit en motorolie,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking of inklimming
- een ruit in te slaan,
- de deur van het slot te halen,
- de auto (kenteken [kentekennummer 1] ) te betreden,
- voornoemde goederen uit de auto te halen en/of
- de koffers en de tas met inhoud nabij de auto (kenteken [kentekennummer 1] ) achter te laten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 8 september 2024 te Rotterdam,
een tas met inhoud, te weten een of meerdere ballen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 september 2024 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een tas met inhoud, te weten een of meerdere ballen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- een ruit in te slaan,
- de tas uit de auto te halen en/of
- de tas (vervolgens) op de stoep achter te laten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10.366838.24
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 8 oktober 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in/uit een winkelpand, te weten de [naam winkel] aan de [adres] ,
kleding en/of parfum en/of kleingeld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [naam winkel] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen/geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2
hij op of omstreeks 29 september 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in/uit een auto (Mercedes met kenteken [kentekennummer 2] ),
een flesje water, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
10.381616.24
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 27 oktober 2024 te Rotterdam,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meerdere geldbedragen (te weten: 1,10 euro en/of 3,05 euro en/of 4,05 euro en/of 22,90 euro en/of 32,50 en/of 35,00 euro), althans enige geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een pin-/betaalpas, tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;