Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 maart 2025 in de zaken tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
Het deelbesluit 1 van 11 oktober 2021 ziet op informatie over de juridische dienstverlening van advocatenkantoor [advocatenkantoor 2] . De minister heeft besloten tot (gedeeltelijke) openbaarmaking van de 36 aangetroffen documenten, met inachtneming van de uitzonderingsgronden ‘vertrouwelijk verstrekte bedrijfs- en fabricagegegevens’, ‘eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer’ en ‘het voorkomen van onevenredige benadeling’ uit de Wob.
De standpunten van partijen
Beoordeling door de rechtbank
25 november 2021, ook nader uitgelegd hoe de controle op de financiële huishouding van het Huis voor Klokkenluiders is ingericht en op welke wijze de facturen worden betaald.
De rechtbank volgt deze uitleg van de minister en acht het daarom geloofwaardig dat de minister niet beschikt over (meer) stukken met betrekking tot het inschakelen van [advocatenkantoor 2] en evenmin beschikt over de (op het oog) ontbrekende pagina’s van de door eiser genoemde facturen. Voor zover eiser stelt dat de werkwijze die de minister hanteert niet in overeenstemming is met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen wordt opgemerkt dat de wijze waarop de minister het declaratieproces heeft ingericht en hoe de minister toeziet op de financiële huishouding van het Huis voor Klokkenluiders, in deze procedure niet ter beoordeling staan.
.Daarmee is sprake van persoonlijke beleidsopvattingen. De minister stelt zich terecht op het standpunt dat deze beleidsopvattingen bestemd zijn voor intern beraad. De rechtbank volgt de minister in het standpunt dat het Huis voor Klokkenluiders en het Ministerie een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de begroting van het Huis. Nu de gelakte passages zien op de begroting heeft de minister terecht toepassing gegeven aan artikel 5.2, eerste lid, van de Woo.
Conclusie en gevolgen
15 november 2022 en draagt de minister op om opnieuw op de bezwaarschriften van eiser te beslissen. Daarbij dient de minister rekening te houden met alles wat in deze uitspraak is overwogen.
- het tijdens deze beroepsprocedure alsnog aangetroffen document openbaar maken;
- de namen van de advocaten, voor zover deze namen op de facturen voorkomen, die betrokken zijn geweest bij het voeren van procedures openbaar maken;
- de naam van [persoon A] , voor zover deze naam op de facturen en bijbehorende
- de dossier- en declaratienummers op de facturen openbaar maken;
- de algemene werkomschrijvingen zoals vermeld op de facturen openbaar maken;
- nader motiveren waarom de meer concreet geformuleerde werkomschrijvingen zoals vermeld op de facturen niet openbaar gemaakt worden dan wel deze werkomschrijvingen alsnog openbaar maken;
- de omschrijvingen van het onderwerp van de facturen van de in rechtsoverweging 10.1. genoemde documenten alsnog openbaar maken;
- de persoonsgegevens van eiser voor zover op de facturen vermeld openbaar maken;
- de namen van de interne afdelingen voor zover genoemd in de gespreksverslagen openbaar maken.
Beslissing
- verklaart de beroepen van eiser gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- draagt de minister op om binnen zes weken opnieuw op eisers bezwaarschriften te beslissen;
- bepaalt dat de minister het door eiser betaalde griffierecht van € 184,- aan hem vergoedt.
mr. H. Bedee, leden, in aanwezigheid van mr.L. Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2025.