In deze zaak, die voor de kantonrechter in Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen een verhuurder en een huurder over de afrekening van servicekosten voor het jaar 2020. De huurder, die een woning huurt in het complex Siloam, is het niet eens met de door de verhuurder in rekening gebrachte servicekosten. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. R.M. Goeman, vordert een bedrag van € 1.555,65 aan servicekosten, waarvan een deel is gerelateerd aan de aanwezigheid van een huismeester en het stroomverbruik van algemene ruimten. De Huurcommissie heeft eerder uitspraak gedaan over deze kosten, maar de verhuurder is het niet eens met deze uitspraak en heeft de kantonrechter gevraagd om een oordeel.
Tijdens de zitting op 13 november 2024 zijn beide partijen vertegenwoordigd. De huurder heeft verweer gevoerd tegen de hoogte van de servicekosten, met name met betrekking tot de posten 'huismeester' en 'stroomverbruik algemene ruimten'. De kantonrechter heeft de verhuurder in de gelegenheid gesteld om nadere stukken in te dienen over de huismeester en de verdeelsleutel voor de kosten van de algemene ruimten. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 25 februari 2025, waarbij de huurder ook de gelegenheid krijgt om te reageren op de ingediende stukken.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de partijen niet meer gebonden zijn aan de uitspraak van de Huurcommissie, omdat de huurder tijdig bezwaar heeft gemaakt. De rechter heeft de verhuurder de mogelijkheid gegeven om bewijsstukken te overleggen die de aanwezigheid van de huismeester en de verdeelsleutel voor de kosten van de algemene ruimten onderbouwen. De beslissing over de verdere behandeling van de zaak is aangehouden, en de partijen zijn uitgenodigd om hun standpunten verder toe te lichten.