Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 oktober 2024 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte na tussenvonnis van [eiseres] van 30 oktober 2024;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 31 januari 2025.
2.De verdere beoordeling
[eiseres] slaagt niet in haar bewijsopdracht dat [gedaagde] de akte van 11 juni 2023 heeft ondertekend
11 juni 2023 heeft ondertekend. Zij is daarin niet geslaagd.
heeft ondertekend. De verklaringen van de vriendin en de zoon van [eiseres] gaan over dat wat [eiseres] aan hen heeft verteld over de gestelde ondertekening, eerst nadat de relatie van partijen al was beëindigd. De relatietherapeut heeft verklaard niets te weten over of de lening van [eiseres] aan [gedaagde] op papier is gezet. Daarmee bestaat het door [eiseres] geleverde bewijs middels het getuigenverhoor per saldo alleen uit haar eigen verklaring dat [gedaagde] de akte van 11 juni 2023 heeft ondertekend.