ECLI:NL:RBROT:2025:3366

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
C/10/688216 / HA ZA 24-912
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in vrijwaringsincident tussen Stroomtuin B.V. en Dupi Underwriting Agencies B.V. met Trigion Alarminstallaties B.V.

Op 12 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een vonnis gewezen in een vrijwaringsincident tussen Stroomtuin B.V. en Dupi Underwriting Agencies B.V., met Trigion Alarminstallaties B.V. als derde partij. Stroomtuin, eiseres in de hoofdzaak, heeft een zonnepanelenverzekering afgesloten bij Dupi en heeft contractuele afspraken gemaakt met Trigion voor de bewaking van haar zonnepark. Na twee incidenten van koperdiefstal in juni 2023 en juli 2024, stelt Stroomtuin dat Dupi gehouden is om schadevergoeding te verlenen. Dupi vordert in het vrijwaringsincident dat de rechtbank haar toestaat om Trigion in vrijwaring op te roepen, omdat zij meent dat Trigion tekortgeschoten is in haar verplichtingen. De rechtbank oordeelt dat Dupi voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een rechtsverhouding bestaat tussen Dupi en Trigion die een verplichting tot vrijwaring met zich meebrengt. De vordering van Dupi wordt toegewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De hoofdzaak zal op 23 april 2025 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord door Dupi en Trigion.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer / rolnummer: C/10/688216 / HA ZA 24-912
Vonnis in incident van 12 maart 2025
in de zaak van
STROOMTUIN B.V.,
gevestigd te IJlst,
eiseres in de hoofdzaak,
advocaat mr. J.A. Vos te Ede,
tegen

1.DUPI UNDERWRITING AGENCIES B.V.,

gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M.W.E. Lohman te Amsterdam,
2.
TRIGION ALARMCENTRALE B.V.,
gevestigd te Schiedam,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. G.N. van Kooten te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Stroomtuin, Dupi en Trigion genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 oktober 2024, met 22 producties;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring;
  • de op de rol van 22 januari 2025 verleende akte niet dienen aan de zijde van Trigion ten aanzien van het nemen van een conclusie van antwoord in incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De zaak in het kort

2.1.
Stroomtuin stelt in de hoofdzaak dat zij een zonnepark bestaande uit zonnepanelen exploiteert. Stroomtuin heeft per 1 juli 2020 een zonnepanelenverzekering afgesloten bij Dupi. In het kader van deze verzekering heeft Stroomtuin contractuele afspraken gemaakt met onder andere Trigion over de bewaking van het zonnepark door Trigion.
In juni 2023 en in juli 2024 heeft er koperdiefstal plaatsgevonden op het zonnepark van Stroomtuin. Stroomtuin is van mening dat Dupi op grond van de verzekeringsovereenkomst gehouden is om dekking te verlenen voor de door Stroomtuin geleden schade als gevolg van de in juni 2023 door de koperdiefstal veroorzaakte schade. Daarnaast is Trigion volgens Stroomtuin aansprakelijk voor de door haar geleden schade als gevolg van de koperdiefstal zowel in juni 2023 als in juli 2024. Trigion is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de contractuele afspraken, aldus Stroomtuin.
2.2.
In dit vrijwaringsincident vordert Dupi dat de rechtbank Dupi toestaat om Trigion in vrijwaring op te roepen. De rechtbank oordeelt dat deze vordering wordt toegewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom de rechtbank tot dit oordeel is gekomen.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Dupi vordert dat haar wordt toegestaan Trigion in vrijwaring op te roepen.
3.2.
Dupi heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij in de hoofdzaak niet gehouden is om dekking te verlenen onder de zonnepanelenverzekering van Stroomtuin.
Indien de rechtbank in de hoofdzaak echter oordeelt dat Dupi gehouden is dekking te verlenen aan Stroomtuin, dan geldt dat Dupi na vergoeding van de schade van Stroomtuin op grond van artikel 7:962 BW gesubrogeerd zal worden in diens rechten jegens Trigion. Volgens Dupi is Trigion toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens Stroomtuin.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
De incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring is tijdig en vóór alle weren genomen.
4.2.
Op grond van artikel 210 Rv kan de gedaagde iemand in vrijwaring oproepen indien hij meent hiertoe gronden te hebben. Voldoende is dat de gedaagde in de hoofdzaak genoegzaam stelt dat tussen hem en de derde een rechtsverhouding bestaat krachtens welke de derde verplicht is de nadelige gevolgen van een veroordeling van gedaagde in de hoofdzaak te dragen. Daarbij behoeft het bestaan van die rechtsverhouding in het vrijwaringsincident als zodanig nog niet komen vast te staan.
4.3.
Gelet op de onweersproken stellingen van Dupi is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat, indien Dupi in de hoofdzaak wordt veroordeeld tot betaling van de door Stroomtuin gestelde geleden schade, er door subrogatie een rechtsverhouding ontstaat tussen Dupi en Trigion, die voor Trigion een verplichting tot vrijwaring meebrengt.
4.4.
De incidentele vordering zal daarom worden toegewezen op de wijze als in het dictum van dit vonnis is bepaald.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.In de hoofdzaak

5.1.
Dupi en Trigion hebben nog niet geantwoord in de hoofdzaak, daarom zal aan hen die gelegenheid worden geboden.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
staat toe dat Trigion door Dupi wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van
23 april 2025;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
6.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
23 april 2025voor conclusie van antwoord door Dupi en Trigion.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2025.
3894/2459