Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2025 in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit Rotterdam, eiseres
de burgemeester van Rotterdam, de burgemeester
[naam verhuurder], uit Enschede, de verhuurder
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van een exploitatie- en Alcoholwetvergunning door de burgemeester van Rotterdam. Eiseres, die een horeca-inrichting exploiteert, had op 7 april 2022 een aanvraag ingediend voor een vergunning om de bestaande horeca-inrichting over te nemen. De burgemeester heeft deze aanvraag op 22 mei 2023 afgewezen, met als reden dat er sprake zou zijn van een nieuwe exploitatie, wat in strijd is met het Horecagebiedsplan. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het bestreden besluit van 11 maart 2024 werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 3 februari 2025 behandeld, waarbij de gemachtigden van de burgemeester en de verhuurder aanwezig waren, maar de gemachtigden van eiseres niet. De rechtbank concludeert dat de burgemeester ten onrechte heeft aangenomen dat er sprake is van een nieuwe exploitatie. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester onvoldoende rekening heeft gehouden met de intenties van eiseres en de feiten rondom de exploitatie. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de burgemeester op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de burgemeester ook het griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden.