Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2024 op het verzet van
.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
[locatie].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 14 maart 2024 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 16 mei 2024, waarin zijn beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant had een aanvraag voor een standplaatsvergunning ingediend, welke door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam was afgewezen. De rechtbank had de opposant verzocht om zijn beroepsgronden aan te vullen, maar deze waren niet tijdig ingediend. De opposant ontkende de ontvangst van de aangetekende verzuimherstelbrieven en stelde dat hij niet op de hoogte was van de afhaalberichten van PostNL. De rechtbank oordeelde dat het vermoeden van regelmatige postbezorging niet was ontzenuwd en dat de opposant niet had aangetoond dat hij de brieven niet had ontvangen. De rechtbank concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat de eerdere uitspraak in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak stond geen hoger beroep open.