ECLI:NL:RBROT:2025:3246

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
C/10/691161 / JE RK 24-2686
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met zorgen over schoolverzuim en hulpverlening

Op 29 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een prille stijgende lijn is in de situatie van [voornaam minderjarige], maar dat er onvoldoende vertrouwen is dat de opgestarte hulpverleningstrajecten zelfstandig kunnen worden afgerond. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 17 december 2024 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 januari 2025 was een vertegenwoordiger van de GI aanwezig, maar de moeder van [voornaam minderjarige] is niet verschenen, ondanks dat zij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] uitgenodigd voor een kindgesprek, maar zij heeft hier geen gebruik van gemaakt.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de zorgen die er bestaan over [voornaam minderjarige], waaronder hoog schoolverzuim en het gebrek aan contact met de vader. Ondanks de positieve ontwikkelingen met de inzet van Coach Point, is er onvoldoende vertrouwen dat de situatie kan worden overgedragen naar een vrijwillig kader. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 13 augustus 2025 en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is om de hulpverlening voort te zetten en de schoolgang van [voornaam minderjarige] te monitoren.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/691161 / JE RK 24-2686
Datum uitspraak: 29 januari 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West,
gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 17 december 2024, binnengekomen bij de rechtbank op diezelfde datum.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 29 januari 2025. Daarbij was aanwezig:
- een vertegenwoordiger van de GI, [persoon A] .
1.3.
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen.
1.4.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] uitgenodigd voor een kindgesprek om haar mening kenbaar te maken. [voornaam minderjarige] heeft niet van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.
2.3.
Bij beschikking van 20 november 2024 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 13 februari 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.Het standpunt van de GI

4.1.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. Er blijven zorgen bestaan over [voornaam minderjarige] . Er is sprake van een hoog schoolverzuim en zowel [voornaam minderjarige] als de moeder komen afspraken onvoldoende zelfstandig na. Hoewel de recente inzet van Coach Point positief verloopt, bestaat er nog onvoldoende vertrouwen dat de situatie kan worden overgedragen naar een vrijwillig kader. De leerplichtambtenaar heeft eveneens zorgen over een mogelijke beëindiging van de ondertoezichtstelling.
4.2.
Desgevraagd door de kinderrechter geeft de GI aan dat er zicht is op [voornaam minderjarige] , zowel via de school als Coach Point.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en het verhandelde op de zitting is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een ondertoezichtstelling. [1] De kinderrechter overweegt daartoe het volgende.
5.2.
Er bestaan nog onverminderd zorgen over [voornaam minderjarige] . De zorgen zijn gelegen in het hoge schoolverzuim van [voornaam minderjarige] en het gebrek aan contact tussen [voornaam minderjarige] en de vader, wat zich uit in boosheid en teleurstelling bij [voornaam minderjarige] . Daarnaast komen zowel [voornaam minderjarige] als de moeder afspraken onvoldoende na en dienen zij regelmatig herinnerd te worden aan de gemaakte afspraken. Hierdoor ontvangt [voornaam minderjarige] niet de benodigde ondersteuning.
5.3.
Hoewel de inzet van Coach Point op dit moment positief verloopt, is deze ontwikkeling nog in een pril stadium. Gezien de bestaande zorgen, is er onvoldoende vertrouwen dat de hulpverleningstrajecten zelfstandig kunnen worden afgerond en tot een positief resultaat zullen leiden binnen het vrijwillig kader. Het is van belang dat de jeugdbeschermer betrokken blijft om de regie te voeren, de hulpverlening te continueren en het verloop te monitoren. De kinderrechter verlengt daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van zes maanden. [2]
5.4.
Voor de komende periode is het van belang om de hulpverlening verder voort te zetten, mede gericht op het ondersteunen van [voornaam minderjarige] in het omgaan met de huidige situatie rondom de relatie met haar vader. Daarnaast is het belangrijk om de schoolgang van [voornaam minderjarige] te monitoren.
5.5.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 13 augustus 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2025 door mr. M.P.G. Rietbergen, kinderrechter, in aanwezigheid van M.Y.R. Veldkamp als griffier, en op schrift gesteld op 5 februari 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.Artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 1:260, eerste lid, BW.