Op 29 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een prille stijgende lijn is in de situatie van [voornaam minderjarige], maar dat er onvoldoende vertrouwen is dat de opgestarte hulpverleningstrajecten zelfstandig kunnen worden afgerond. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 17 december 2024 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 januari 2025 was een vertegenwoordiger van de GI aanwezig, maar de moeder van [voornaam minderjarige] is niet verschenen, ondanks dat zij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] uitgenodigd voor een kindgesprek, maar zij heeft hier geen gebruik van gemaakt.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de zorgen die er bestaan over [voornaam minderjarige], waaronder hoog schoolverzuim en het gebrek aan contact met de vader. Ondanks de positieve ontwikkelingen met de inzet van Coach Point, is er onvoldoende vertrouwen dat de situatie kan worden overgedragen naar een vrijwillig kader. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 13 augustus 2025 en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is om de hulpverlening voort te zetten en de schoolgang van [voornaam minderjarige] te monitoren.