Op 31 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2010 op Curaçao, die onder toezicht is gesteld en waarvoor een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp is aangevraagd door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft de procedure opgestart na ontvangst van een verzoekschrift van de GI op 15 januari 2025, met bijlagen, en een instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper. Tijdens de zitting op 31 januari 2025 waren de minderjarige, haar advocaat, de moeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De moeder heeft het ouderlijk gezag over de minderjarige en de kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel verblijft in een gesloten groep.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige positieve stappen heeft gezet in haar behandeling, maar dat het noodzakelijk is om haar in een gesloten accommodatie te plaatsen om te voorkomen dat zij zich aan de benodigde jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft de voorwaardelijke machtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke voorwaarden die de minderjarige moet naleven, zoals het meewerken aan haar behandeling en het onderhouden van contact met haar moeder.
De beslissing is openbaar uitgesproken door de kinderrechter en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en de belangen van de minderjarige vooropgesteld, met het oog op haar ontwikkeling en welzijn.