In deze zaak heeft Woonstichting Patrimonium, vertegenwoordigd door mr. S.A. den Engelsen, een kort geding aangespannen tegen Van Rijn Bewind B.V., in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam 1]. De vordering betreft de ontruiming van de woning die sinds 1 november 2022 aan [naam 1] is verhuurd. Patrimonium stelt dat [naam 1] haar medewerkers lastigvalt en ernstige overlast veroorzaakt aan omwonenden. De kantonrechter heeft op 11 maart 2025 uitspraak gedaan in deze zaak.
Tijdens de zitting op 25 februari 2025 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Patrimonium heeft voldoende bewijs geleverd van de overlast die [naam 1] veroorzaakt, waaronder geluidsoverlast en intimidatie van omwonenden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor Patrimonium om de vordering toe te wijzen, gezien de ernst van de overlast en het feit dat [naam 1] eerder al een woning van Patrimonium moest ontruimen om vergelijkbare redenen.
De kantonrechter heeft de vordering van Patrimonium toegewezen en [naam 1] veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van de bewindvoerder begroot op € 961,90, die door de bewindvoerder aan Patrimonium moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.