Op 10 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen PERRIKO KL B.V. en VNMSHOP B.V. Eiseres, PERRIKO KL B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. N. van Collem, vorderde ontruiming van een bedrijfsruimte en betaling van een gebruiksvergoeding. Gedaagde, VNMSHOP B.V., is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 3 maart 2025. De voorzieningenrechter heeft verstek verleend tegen gedaagde, omdat deze niet op de oproeping is verschenen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van eiseres bij de vorderingen blijkt uit de dagvaarding.
De primaire vordering tot ontruiming is toegewezen, omdat de vordering niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt. Eiseres vorderde een gebruiksvergoeding van € 25.440,25 per maand, maar de voorzieningenrechter heeft deze vordering gedeeltelijk toegewezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de tussen partijen overeengekomen aanvangshuurprijs € 7.764,76 per maand bedraagt. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd voor een hogere gebruiksvergoeding. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat eiseres niet kan aantonen dat zij door het onrechtmatig onder zich houden van het gehuurde door gedaagde meer schade lijdt dan de toegewezen gebruiksvergoeding.
De gevorderde rente over de gebruiksvergoeding is afgewezen, omdat gedaagde nog niet in verzuim is. Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 4.010,35. De voorzieningenrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien het belang van eiseres bij een spoedige splitsing van het gehuurde en de oplevering aan derden. Het vonnis bevat ook bepalingen over de wettelijke rente en de kosten van betekening.