ECLI:NL:RBROT:2025:3054

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
11324891 CV EXPL 24-24431
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake proceskostenveroordeling na intrekking eis door eiser

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 7 maart 2025, is de rechtspersoon Riverty GmbH, gevestigd in Verl, Duitsland, als eiseres opgetreden tegen een gedaagde woonachtig in Rotterdam. De procedure begon met een dagvaarding op 13 september 2024, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder mondelinge reacties van de gedaagde en haar gemachtigde. Riverty heeft in haar akte aangegeven dat zij de zaak wil doorhalen, maar de gedaagde heeft aangegeven dat zij geen onvoorwaardelijke instemming geeft voor het doorhalen en dat zij een vergoeding voor gemaakte kosten wenst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de zaak niet doorgehaald kan worden zonder instemming van beide partijen, zoals bepaald in artikel 246 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11324891 CV EXPL 24-24431
datum uitspraak: 7 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Riverty GmbH,
vestigingsplaats: Verl, Duitsland,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: [persoon A] .

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 13 september 2024, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge reactie van [gedaagde] en haar gemachtigde van 1 oktober 2024;
  • de akte van royement van Riverty;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge reactie van [gedaagde] en haar gemachtigde van 7 januari 2025;
  • de akte uitlating verweer gedaagde van Riverty.

2.De beoordeling

De zaak wordt niet doorgehaald, maar de eis hoeft niet meer beoordeeld te worden
2.1.
Riverty is deze procedure gestart. [gedaagde] heeft daarna verweer gevoerd. Vervolgens heeft Riverty in haar akte geschreven dat zij wil dat de kantonrechter de zaak doorhaalt. [gedaagde] heeft laten weten dat zij er geen bezwaar tegen heeft dat de eis wordt ingetrokken, maar dat zij wel een vergoeding wil van de kosten die ze heeft gemaakt. Zij stemt dus niet (onvoorwaardelijk) in met het doorhalen van de zaak. De kantonrechter haalt daarom de zaak niet door, aangezien dat alleen kan als beide partijen daarom vragen (artikel 246 Rv).
2.2.
De kantonrechter begrijpt uit de aktes van Riverty wel dat zij haar eis intrekt. Daarover hoeft dus niet meer te worden geoordeeld.
Riverty moet een onkostenvergoeding van € 50,- betalen
2.3.
Riverty is deze procedure gestart en heeft daarna haar eis ingetrokken. Zij geldt daarom als de partij die ongelijk krijgt en moet de proceskosten van [gedaagde] betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Riverty aan [gedaagde] moet betalen op € 50,- aan onkosten (artikel 238 lid 1 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Riverty in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 50,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
33394