Op 22 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2008. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die momenteel verblijft in een jeugdhulpinstelling, positieve ontwikkelingen doormaakt. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft verzocht om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van een jaar. Tijdens de mondelinge behandeling was de voogd afwezig, maar de minderjarige heeft haar mening schriftelijk via de GI kenbaar gemaakt. De kinderrechter heeft de zorgen over de minderjarige, zoals eerder vastgesteld, als onverminderd aanwezig beoordeeld. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 6 februari 2026, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft ook een brief aan de minderjarige gestuurd, waarin de positieve ontwikkelingen worden benadrukt en de motivatie van de minderjarige om in de zorg te werken wordt aangemoedigd.