Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond, verweerder
Inleiding
.
Totstandkoming van het besluit
- Flatwoning met lift, gelijkvloers en maximaal op de 1e verdieping
- Minimaal twee en maximaal twee slaapkamers
- Maximale kale huurprijs ter hoogte van € 693,60
- Urgentieregio Hart van Rotterdam
Ten tijde van de behandeling van het beroep op de zitting was eiser toegelaten tot de tweede fase, waarin bemiddeld wordt om passende woonruimte te vinden. Dit had nog geen resultaat.
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
metlift op maximaal de eerste verdieping. Daarmee valt af de begane grond van een flatwoning
zonderlift. Niet valt in te zien, ook niet gelet op het medisch rapport, waarom zo’n woning niet passend zou zijn.
Verder geldt dat overeenkomstig artikel 3.3. vierde lid, van de Bijlage de typering van de woonruimte dusdanig wordt gekozen dat sprake is van een standaard woonruimtetype. Dit betekent: alle woonruimtetypen met uitzondering van eengezinswoningen en benedenwoningen. Hiervan kan door het bestuursorgaan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden daarvoor aanleiding zijn. Een urgentieverklaring wordt dus afgegeven voor een standaard woonruimtetype, tenzij er iets bijzonders aan de hand is. Hoewel de arts SMA een benedenwoning medisch niet noodzakelijk heeft geacht, kan een benedenwoning wel een oplossing vormen voor het woonprobleem. Het komt immers tegemoet aan de beperkingen die samenhangen met traplopen en hoogtevrees. Gelet op de beperktheid van het zoekprofiel ten aanzien van het woningtype, is sprake van een bijzonderheid die afwijking van het standaard woonruimtetype kan rechtvaardigen.
Gelet op het voorgaande is het zoekprofiel te beperkt vastgesteld, is het beroep gegrond en dient het bestreden besluit te worden vernietigd.
Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 16 oktober 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4175) is de rechtbank van oordeel dat het opnemen van een maximale huurprijs in het zoekprofiel onrechtmatig is. De Afdeling heeft overwogen dat op grond van artikel 46, tweede lid, van de Woningwet 2015, gelezen in samenhang met artikel 20, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag, als een woningzoekende in aanmerking wil komen voor een woning, een inkomenstoets moet worden uitgevoerd. Tot een bepaalde inkomensgrens geldt een maximumhuurprijs (‘aftoppingsgrens’). Dit wordt ook ‘passend toewijzen’ genoemd. Het moet voorkomen dat huishoudens een woning krijgen toegewezen die zij niet kunnen betalen en dat de uit te keren bedragen aan huurtoeslagen te hoog oplopen. Woningcorporaties zijn gehouden om 95% van de woning passend toe te wijzen, in 5% van de gevallen kunnen zij hiervan afwijken. Het inkomen van eiser valt onder de aftoppingsgrens. Dit betekent dat hij in oktober 2023 op basis van passend toewijzen een woning kon huren met een huurprijs van maximaal € 693,60. Zoals de Afdeling heeft overwogen is het is echter de taak van de woningcorporatie en niet die van het college om te bepalen wanneer zij de uitzondering van 5% toepast. Door het opnemen van een maximale huurprijs kan eiser echter niet met zijn urgentieverklaring reageren op woningen boven deze grens en heeft verweerder daarmee op voorhand uitgesloten dat een woningcorporatie kan afwijken van de norm voor passend toewijzen. Zo’n afwijking zou juist in een geval als dat van eiser de woningcorporatie de mogelijkheid kunnen bieden om meer maatwerk te leveren en eiser zo sneller een andere woning te kunnen bieden.
Verweerder heeft aangevoerd dat in de zaak die voorlag bij de Afdeling de vastgestelde maximale huurprijs geen grondslag had in een verordening of beleid. Het enkele feit dat in de Verordening van de gemeente Rotterdam een bepaling is opgenomen over het bij urgentieverlening vaststellen van een maximale huurprijs en dat daarbij een toelichting staat over het principe van passend toewijzen, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Hoewel de Afdeling overweegt dat het college heeft nagelaten te motiveren waarom het een maximum huurprijs in het zoekprofiel heeft opgenomen, volgt uit de uitspraak van de Afdeling ook dat het niet slechts gaat om een (herstelbaar) motiveringsgebrek, maar om een voorwaarde die gelet op het wettelijk stelsel niet mocht worden gesteld. Dit betekent dat artikel 3.3. lid 2 onder c van de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2020 in strijd is met de uit de Woningwet volgende systematiek van toewijzen van huurwoningen en in zoverre onverbindend moet worden geacht. Het bestreden besluit kan daarom ook op dit punt niet in stand blijven. Deze beroepsgrond slaagt.
Conclusie en gevolgen
zonderlift en een gelijkvloerse benedenwoning worden toegevoegd aan het zoekprofiel. Tot slot bepaalt de rechtbank dat het zoekprofiel geen maximale huurprijs bevat. Hiermee komt het zoekprofiel van eiser als volgt te luiden:
- Flatwoning
- Flatwoning
- Benedenwoning, gelijkvloers;
- Minimaal 2 en maximaal 2 slaapkamers;
- Urgentieregio Hart van Rotterdam.
Beslissing
- Flatwoning
- Flatwoning
- Benedenwoning, gelijkvloers;
- Minimaal twee en maximaal twee slaapkamers;
- Urgentieregio Hart van Rotterdam.