In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V. en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. Eneco heeft de huurder verzocht om een contract te sluiten voor de stadsverwarming, maar de huurder heeft dit geweigerd. Eneco heeft daarom de kantonrechter verzocht om toestemming te geven voor het afsluiten van de warmtelevering en om de huurder te veroordelen tot betaling van afsluitkosten en buitengerechtelijke kosten.
De huurder heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de afsluiting van de warmtelevering, maar betwist dat zij verplicht is om mee te werken aan de afsluiting en de kosten te betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de Warmtewet van toepassing is op de huurder, omdat zij is aangesloten op het warmtenet, ook al heeft zij geen overeenkomst met Eneco gesloten. De kantonrechter heeft de eis van Eneco om de warmtelevering af te sluiten toegewezen, evenals de eis om de huurder te veroordelen tot betaling van € 211,- aan afsluitkosten en € 150,- aan buitengerechtelijke kosten.
Daarnaast is de huurder veroordeeld om de proceskosten te betalen, die zijn begroot op € 752,99. De kantonrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en al het andere afgewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.