ECLI:NL:RBROT:2025:2633

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 februari 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
11287251 cv expl 24-21914
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van facturen door een onderneming in de jeugdzorg aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit na het niet indienen van bezwaar

In deze zaak heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een rechtszaak aangespannen tegen de onderneming [gedaagde 1], die zich richt op jeugdzorg. De NVWA eist betaling van facturen die verband houden met herinspecties op percelen waar [gedaagde 1] dieren verzorgt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] geen bezwaar heeft ingediend tegen de facturen binnen de gestelde termijn van zes weken, waardoor de verschuldigdheid van de facturen vaststaat. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde 1] de facturen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten, moet betalen. De totale vordering van de NVWA bedraagt € 637,61, inclusief incassokosten en rente. De proceskosten worden ook aan [gedaagde 1] opgelegd, omdat deze in het ongelijk is gesteld. De veroordeling is hoofdelijk, wat betekent dat elke gedaagde het volledige bedrag kan worden aangesproken. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11287251 CV EXPL 24-21914
datum uitspraak: 21 februari 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,
vestigingsplaats: ’s-Gravenhage,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
2. [gedaagde 2]vennoot van gedaagde sub 1,
woonplaats: [woonplaats] ,
3. [gedaagde 3]vennoot van gedaagde sub 1,
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagden,
voor wie is verschenen de heer [gedaagde 2] .
De partijen worden hierna ‘NVWA’ en (gedaagden gezamenlijk, in enkelvoud) ‘ [gedaagde 1] ’ dan wel de vennoten afzonderlijk ‘ [gedaagde 2] ’ en ‘ [gedaagde 3] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 12 augustus 2024, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondeling antwoord;
  • het per e-mail van 30 september 2024 toegestuurde aanvullend antwoord;
  • de brief van 3 december 2024 van de gemachtigde van NVWA, met bijlagen;
  • de e-mail van 10 december 2024 van de zijde van [gedaagde 1] .
1.2.
Op 13 december 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig: mevrouw [persoon A] , jurist bij NVWA, vergezeld van mr. J.J.F. de Geus. Namens [gedaagde 1] is [gedaagde 2] verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde 1] is een onderneming die zich onder meer richt op jeugdzorg. Voor dagbesteding van jongeren is [gedaagde 1] een samenwerking met de gemeente Ridderkerk en Staasbosbeheer aangegaan. In deze samenwerking begeleid [gedaagde 2] , als groepsleider jeugdzorg, jongeren bij diverse activiteiten en is contactpersoon voor diverse instanties. Een van de activiteiten is het verzorgen van dieren die de percelen (van Staatsbosbeheer) begrazen. NVWA heeft inspecties uitgevoerd op de percelen waar [gedaagde 1] de dieren verzorgt. Bij deze inspecties zijn maatregelen opgelegd aan [gedaagde 1] omdat er onregelmatigheden werden geconstateerd. Ter controle van de opgelegde maatregelen zijn herinspecties uitgevoerd. NVWA eist in deze procedure betaling van de facturen waarin de retributie van de herinspecties zijn opgenomen. [gedaagde 1] is het niet eens met de eis van NVWA.
2.2.
De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde 1] de facturen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten moet betalen. Hierna wordt deze beslissing toegelicht.
[gedaagde 1] moet de facturen betalen
2.3.
Op grond van de regeling NVWA-tarieven mag de NVWA voor het uitvoeren van herinspecties een retributie in rekening brengen. De retributie heeft NVWA in de aan [gedaagde 1] gestuurde facturen opgenomen. Op de achterzijde van de facturen is vermeld dat tegen de beslissing bezwaar kan worden aangetekend.
2.4.
[gedaagde 1] had, indien zij het met de facturen niet eens was, binnen zes weken een bezwaarschrift moeten indienen. [gedaagde 1] heeft geen bezwaar aangetekend tegen de facturen, althans niet gebleken is dat op grond van een bezwaarschrift de facturen zijn vernietigd. Dit heeft tot gevolg dat de verschuldigdheid van de facturen vaststaat en de kantonrechter aan een inhoudelijke beoordeling van de facturen en de door [gedaagde 1] aangevoerde verweren niet toekomt. [gedaagde 1] zal daarom worden veroordeeld tot betaling van de facturen.
2.5.
De kantonrechter kan zich voorstellen dat de situatie waarin [gedaagde 1] zich op dit moment bevindt frustrerend is en twijfelt niet aan de goede intenties van [gedaagde 1] . Blijkbaar is bij de start van de samenwerking met de gemeente Ridderkerk en Staatsbosbeheer waarbij [gedaagde 1] ook voor dieren zou gaan zorgen, onvoldoende oog geweest voor de gevolgen en eventuele consequenties daarvan voor [gedaagde 1] .
[gedaagde 1] moet incassokosten betalen
2.6.
De incassokosten van € 194,02 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
[gedaagde 1] moet rente betalen
2.7.
De rente wordt toegewezen, omdat NVWA genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde 1] dat niet heeft betwist.
Toe te wijzen bedrag
2.8.
[gedaagde 1] zal worden veroordeeld om in totaal € 637,61 te betalen.
Het totaal bedrag van de drie facturen bedraagt: € 1.068,98
buitengerechtelijke kosten: € 194,02
De wettelijke rente tot dag van dagvaarden:
€ 94,61 +
Subtotaal € 1.357,61
Na aanmaning is betaald:
€ 720,00 -
Nog te betalen € 637,61
[gedaagde 1] moet de proceskosten betalen
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde 1] , omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde 1] aan NVWA moet betalen op € 139,42 aan dagvaardingskosten, € 328,00 aan griffierecht, € 270,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 135,-) en € 67,50 aan nakosten. Dat is in totaal € 804,92. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Hoofdelijkheid
2.10.
De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de een (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat NVWA dat eist en [gedaagde 1] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk, dat wil zeggen dat als de een heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, om aan NVWA te betalen € 637,61 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 12 augustus 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk, dat wil zeggen dat als de een heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, die aan de kant van NVWA worden begroot op € 804,-;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
754