ECLI:NL:RBROT:2025:2591

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
83-281523-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor BTW-vooraftrekfraude door feitelijk leidinggevende van twee bedrijven met benadelingsbedrag van circa € 570.000

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 februari 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als feitelijk leidinggevende betrokken was bij twee bedrijven. De verdachte is veroordeeld voor het meermalen plegen van BTW-vooraftrekfraude, met een benadelingsbedrag van ongeveer € 570.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting heeft gedaan, waarbij hij gebruik maakte van vervalste facturen. De verdachte heeft erkend de feiten te hebben gepleegd en heeft geen verweer gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft besloten om een taakstraf van 240 uren op te leggen, naast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft rekening gehouden met strafverlichtende omstandigheden, zoals het tonen van berouw door de verdachte en zijn persoonlijke situatie, waaronder financiële problemen en de impact op zijn gezin. De rechtbank heeft benadrukt dat belastingfraude de gemeenschap schaadt en het vertrouwen in het belastingstelsel ondermijnt. De verdachte is strafbaar verklaard en de opgelegde straf is bedoeld om de ernst van de feiten te onderstrepen en recidive te voorkomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf
Parketnummer: 83-281523-24
Datum uitspraak: 11 februari 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. A.S. ten Doesschate, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 11 februari 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T. Lucas heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De tenlastegelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
1
[medeverdachte rechtspersoon 1] , in
de periode1 april 2023 tot en met 31 oktober 2023 in Kaatsheuvel en/of Oud Gastel en/of Waspik telkens
opzettelijk bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
aangifte voor de omzetbelasting ten name van [medeverdachte rechtspersoon 1] over:
- het tweede kwartaal van 2023 (DOC-004-02, p. 3-4) en
- het derde kwartaal van 2023 (DOC-004-02, p. 5-6) telkens
onjuist heeft laten doen, door telkens
in de ingediende aangifte,
een onjuist bedrag aan voor aftrek in aanmerking
komende omzetbelasting,
op te laten geven,
terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting wordt
geheven, van welke bovenomschreven verboden gedraging
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
2
[medeverdachte rechtspersoon 1] in
de periode1 juli 2023 tot en met 1 november 2023 in Kaatsheuvel en/of Oud Gastel en/of Waspik telkens als
degenene die ingevolge de belastingwet verplicht was tot
het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en/of (andere)
gegevensdragers en/of de inhoud daarvan,
deze telkens opzettelijk in valse of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking
heeft gesteld door
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 1] ten name van [bedrijf A] .
(DOC-003-01, p. 5) en
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 2] ten name van [bedrijf A] .
(DOC-005-03, p. 1) en
- een ABN-AMRO van [medeverdachte rechtspersoon 1]
(DOC-006-01, p. 8)
ter beschikking te stellen aan (een ambtenaar van) de
Belastingdienst,
bestaande de valsheden hierin dat in
de facturen is opgenomen dat er diensten en/of goederen zijn of zouden worden
geleverd door [bedrijf A] en dat daarvoor een bedrag (incl. BTW)
verschuldigd is en of dat
in het bankafschrift €1.442.925,00 staat vermeld als afgeschreven,
terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting wordt
geheven,
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
3
[medeverdachte rechtspersoon 2] . in
de periode1 januari 2023 tot en met 30 april 2023 in Kaatsheuvel en/of Waspik
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een digitale
aangifte voor de omzetbelasting ten name van [medeverdachte rechtspersoon 2] . over:
- het eerste kwartaal van 2023 (DOC-004-01, p. 3-4)
onjuist heeft
laten doen, door
in de ingediende aangifte
een onjuist bedrag aan voor aftrek in aanmerking
komende omzetbelasting, op te laten geven,
terwijl dat ertoe strekte dat te weinig belasting wordt
geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedraging
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
4
[medeverdachte rechtspersoon 2] . in
de periode1 maart 2023 tot en met 1 mei 2023 in Kaatsheuvel
in elk geval in Nederland,
als degene die ingevolge de belastingwet verplicht was tot
het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en/of (andere)
gegevensdragers en/of de inhoud daarvan,
deze opzettelijk in vervalste vorm voor dit doel ter beschikking
heeft gesteld, door
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 3] ten name van [bedrijf B] .
(DOC-002-05)
ter beschikking te stellen aan (een ambtenaar van) de
Belastingdienst,
bestaande de valsheden hierin dat
op/in
de factuur is opgenomen dat er een bedrag
(incl. BTW) aan [bedrijf B] . verschuldigd is en een niet
bestaand factuurnummer,
terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting wordt
geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedraging
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, en deze opzettelijk in valse of vervalste vorm voor dit doel beschikbaar stellen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, en deze opzettelijk in valse of vervalste vorm voor dit doel beschikbaar stellen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten en omstandigheden waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich in 2023 meerdere keren schuldig gemaakt aan zogeheten ‘BTW-vooraftrekfraude’ door als feitelijk leidinggever van [medeverdachte rechtspersoon 1] en [medeverdachte rechtspersoon 2] . onjuiste aangiften omzetbelasting te (doen) indienen bij de belastingdienst op basis van vervalste facturen. De verdachte heeft dit bewust gedaan met als doel om teruggaven van de belastingdienst te ontvangen waarop hij geen recht had. De verdachte heeft geprobeerd om op deze manier in totaal een bedrag van € 567.672,00 ten onrechte van de belastingdienst terug te krijgen. Toen argwaan ontstond bij de belastingdienst heeft de verdachte (aanvullende) vervalste stukken, zoals een vervalst rekeningoverzicht van zijn bank, ingezonden om zo te proberen zijn fraude te verbergen.
De verdachte zag naar eigen zeggen vanwege de financiële problemen van zijn ondernemingen geen andere mogelijkheid dan het plegen van deze fraude. Belastingfraude gaat echter ten koste van de staatskas en treft de gemeenschap in haar geheel. Immers, de verdachte frustreert door zijn handelen de werking van het systeem van omzetbelasting dat gebaseerd is op het vertrouwen dat een ondernemer een juiste aangifte doet. Bovendien wordt het algemeen vertrouwen in het belastingsysteem, waarbinnen sprake zou moeten zijn van eerlijke lastenverdeling, door dergelijk handelen geschaad. De verdachte heeft kennelijk geen oog gehad voor dit maatschappelijk belang en had enkel zijn eigen belangen in het vizier. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
Hier tegenover staan de volgende strafverlichtende omstandigheden.
De verdachte heeft vanaf het eerste moment dat de FIOD hem had opgepakt, volledige openheid van zaken gegeven en heeft in de ogen van de rechtbank toen en opnieuw op de zitting oprecht berouw getoond en spijt betuigd. Daarnaast is ter zitting duidelijk geworden dat de verdachte meteen nadat hij tegen de lamp was gelopen met behulp van diverse behandelaars is gaan uitzoeken waarom hij dit heeft gedaan en wat hij kan doen om dit in de toekomst te voorkomen. In dit proces is onder meer duidelijk geworden dat de verdachte kampt met een (financiële) impulsiviteit die hem al vaker in financiële problemen heeft gebracht. Hieraan werkt de verdachte, onder meer om recidive te voorkomen. Daarnaast zal de verdachte nog lang de nasleep voelen van zijn handelen, nu de belastingdienst de ten onrechte aan de verdachte uitbetaalde bedragen naar verwachting zal terugvorderen.
De rechtbank heeft verder gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 januari 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3
Conclusie van de rechtbank
In beginsel past bij de ernst van de feiten en de hoogte van het benadelingsbedrag een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank ziet echter in de genoemde persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding om hiervan af te zien. Naast de hiervoor genoemde strafverlichtende omstandigheden neemt de rechtbank in dit verband in aanmerking dat de verdachte een gezin heeft met naast zijn vrouw twee jonge kinderen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou het hele gezin ernstig treffen.
Alles afwegende zal de rechtbank, in plaats van de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf een forse taakstraf van 240 uur opleggen, naast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met daaraan verbonden een proeftijd voor de duur van 2 jaren. De voorwaardelijke straf dient er toe om de ernst van de feiten te benadrukken en dient ook als stevige stok achter de deur om de verdachte ervan te weerhouden om nieuwe strafbare feiten te plegen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68 en 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 240 uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. J.F. Koekebakker en M.J.C. Spoormaker rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.S. Westhof, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 11 februari 2025.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
[medeverdachte rechtspersoon 1] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks 1 april 2023 tot en
met 31 oktober 2023 in Kaatsheuvel en/of Oud Gastel en/of Waspik en/of
Apeldoorn en/of Heerlen, in elk geval in Nederland,
(tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen,)
(telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in
de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een (of meer) (digitale)
aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [medeverdachte rechtspersoon 1] over:
- het tweede kwartaal van 2023 (DOC-004-02, p. 3-4) en/of
- het derde kwartaal van 2023 (DOC-004-02, p. 5-6)
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben
doen/laten doen, door
(telkens) op/in het/de ingeleverde/ingediende aangifte(n),
een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting/voor aftrek in aanmerking
komende omzetbelasting,
op te geven en/of te doen/laten opgeven,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt
geheven,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit)en verdachte (telkens)
opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en)
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
2
[medeverdachte rechtspersoon 1] op één of meer tijdstippen in of omstreeks 1 juli 2023 tot en
met 1 november 2023 in Kaatsheuvel en/of Oud Gastel en/of Waspik en/of
Apeldoorn en/of Heerlen, in elk geval in Nederland,
(tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen,)
(telkens) als/met degene(n) die ingevolge de belastingwet verplicht was/waren tot
het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en/of (andere)
gegevensdragers en/of de inhoud daarvan,
deze (telkens) opzettelijk in valse en/of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking
heeft/hebben gesteld en/of doen/laten stellen, door
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 1] ten name van [bedrijf A] .
(DOC-003-01, p. 5) en/of
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 2] ten name van [bedrijf A] .
(DOC-005-03, p. 1) en/of
- een ABN-AMRO bankafschrift/rekeningoverzicht van [medeverdachte rechtspersoon 1]
(DOC-006-01, p. 8)
ter beschikking te stellen en/of te doen/laten stellen aan (een ambtenaar van) de
Belastingdienst,
bestaande de valsheid/valsheden hierin dat op/in
de facturen is opgenomen dat er dienst(en) en/of goeder(en) zijn of zouden worden
geleverd door [bedrijf A] en/of dat (daarvoor) een bedrag (incl. BTW) te
betalen/verschuldigd is en/of een onjuist/niet bestaand factuurnummer en/of dat
op/in het bankafschrift €1.442.925,00 staat vermeld als afgeschreven,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt
geheven,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens)
opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en)
verdachte feitelijk leiding heeft gegeven;
3
[medeverdachte rechtspersoon 2] . op één of meer tijdstippen in of omstreeks 1 januari 2023 tot en met 30
april 2023 in Kaatsheuvel en/of Oud Gastel en/of Waspik en/of Apeldoorn en/of
Heerlen, in elk geval in Nederland,
(tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen,)
(telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in
de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een (of meer) (digitale)
aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [medeverdachte rechtspersoon 2] . over:
- het eerste kwartaal van 2023 (DOC-004-01, p. 3-4)
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben
doen/laten doen, door (telkens) op/in het/de ingeleverde/ingediende aangifte(n)
een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting/voor aftrek in aanmerking
komende omzetbelasting
op te geven en/of te doen/laten opgeven,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt
geheven,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit)en verdachte (telkens)
opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en)
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
4
[medeverdachte rechtspersoon 2] . op één of meer tijdstippen in of omstreeks 1 maart 2023 tot en met 1 mei
2023 in Kaatsheuvel en/of Oud Gastel en/of Waspik en/of Apeldoorn en/of Heerlen,
in elk geval in Nederland,
(tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen,)
(telkens) als/met degene(n) die ingevolge de belastingwet verplicht was/waren tot
het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en/of (andere)
gegevensdragers en/of de inhoud daarvan,
deze (telkens) opzettelijk in valse en/of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking
heeft/hebben gesteld en/of doen/laten stellen, door
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 3] ten name van [bedrijf B] .
(DOC-002-05)
ter beschikking te stellen en/of te doen/laten stellen aan (een ambtenaar van) de
Belastingdienst,
bestaande de valsheid/valsheden hierin dat op/in
de factuur is opgenomen dat er een tweede termijn en/of (daarvoor) een bedrag
(incl. BTW) aan [bedrijf B] . te betalen/verschuldigd is en/of een onjuist/niet
bestaand factuurnummer,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt
geheven,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens)
opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en)
verdachte feitelijk leiding heeft gegeven;