Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 juni 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Het Rughuis Holding B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft een geneeskundige behandelingsovereenkomst die op 13 april 2022 tot stand is gekomen, waarbij de gedaagde door zijn huisarts naar Het Rughuis werd doorverwezen. Het Rughuis heeft de gedaagde behandeld en een bedrag van € 10.043,57 gefactureerd, waarvan de gedaagde grotendeels niet heeft betaald. Tijdens de procedure heeft Het Rughuis haar eis verminderd, maar de gedaagde betwistte de hoogte van de kosten en stelde dat hij niet voldoende was geïnformeerd over de tarieven van de behandeling.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Het Rughuis haar informatieplicht heeft geschonden, omdat de gedaagde niet tijdig en duidelijk is geïnformeerd over de tarieven van de behandelingen. Dit is in strijd met de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek en de Wet marktordening gezondheidszorg. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde pas na de behandeling op de hoogte was van de tarieven door de facturen die hij ontving, wat hem de mogelijkheid ontnam om een weloverwogen keuze te maken.
Als gevolg van deze tekortkoming heeft de kantonrechter de geneeskundige behandelingsovereenkomst gedeeltelijk ontbonden, met name de verplichting van de gedaagde tot betaling van de facturen. De vorderingen van Het Rughuis zijn afgewezen en de proceskosten zijn voor rekening van Het Rughuis, die in het ongelijk is gesteld. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de kant van de gedaagde begroot op € 50,00.