In deze huurzaak heeft eiseres, een huurder van een woning van Havensteder, vorderingen ingesteld voor herstel van gebreken aan de woning. De gebreken omvatten lekkage bij de glazen overkapping van de galerij, houtrot bij de ramen, problemen met de mechanische ventilatie en schimmelplekken in de woon- en slaapkamer. Eiseres eiste dat deze gebreken hersteld zouden worden, maar Havensteder betwistte de claims en stelde dat de gebreken niet aan haar te wijten waren.
De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen. Ten aanzien van de lekkage bij de glazen overkapping werd vastgesteld dat Havensteder afhankelijk was van de Vereniging van Eigenaren voor herstel, en dat het op dat moment niet mogelijk was om het gebrek te verhelpen. De kantonrechter oordeelde dat eiseres niet had ingestemd met het voorstel van Havensteder om de zaak aan te houden totdat er een besluit was genomen door de VvE, en dat de vordering om het gebrek te herstellen daarom werd afgewezen.
Wat betreft het houtrot bij de ramen, de mechanische ventilatie en de schimmelplekken, oordeelde de kantonrechter dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd dat er sprake was van gebreken die Havensteder moest verhelpen. De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van eiseres niet konden worden toegewezen en dat de proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 21 februari 2025.