Op 10 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming over een minderjarige, geboren in 2010. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De minderjarige vertoont risicovol gedrag, waaronder het weglopen van huis en het zich aanbieden voor seksuele diensten. De ouders hebben het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de opvoedcapaciteiten van de moeder en de veiligheid van de minderjarige. De Raad heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing voor drie maanden. Tijdens de zitting op 10 januari 2025 waren beide ouders aanwezig, bijgestaan door hun advocaten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog niet in staat is om thuis te wonen en dat er een risico bestaat op herhaling van risicovol gedrag. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ondertoezichtstelling is vastgesteld tot 10 januari 2026 en de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 21 april 2025.