Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 6 augustus 2024, met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de brief met bijlagen, tevens strekkende tot een zelfstandig verzoek, van de moeder namens haarzelf en [minderjarige] van 6 december 2024, ingekomen bij de griffie op 10 december 2024;
- de briefrapportage van de Raad met bijlagen van 8 januari 2025;
- het e-mailbericht van de jeugdbeschermer [persoon 1] van 21 januari 2025, dat ter zitting door de Raad is overlegd.
- de moeder;
- de bijzondere curator;
2.De feiten
3.Het (aangehouden en gewijzigde) verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
[minderjarige] heeft toekomstplannen, maar hij zal geholpen moeten worden om deze te verwezenlijken. Het is te betwijfelen of de moeder daartoe voldoende bereid of in staat zal zijn. Daarom heeft [minderjarige] een eigen ‘advocaat’ nodig, om hem te helpen om reële toekomstplannen te maken en te zorgen dat hij die plannen uit kan voeren. De benoeming van [naam curator] tot bijzondere curator over [minderjarige] zal daarom worden verlengd voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 6 augustus 2025. De bijzondere curator heeft zich ter zitting bereid verklaard de (her)benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. De kinderrechter acht herbenoeming op grond van artikel 1:250 BW noodzakelijk, zodat de bijzondere curator de belangen van [minderjarige] kan behartigen en al datgene kan doen wat in het belang van [minderjarige] is.
6.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.