Op 3 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een uitleveringszaak op verzoek van de Servische autoriteiten. Het verzoek betreft de uitlevering van een opgeëiste persoon, die in Servië is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor illegale productie en handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitlevering toelaatbaar is, omdat aan alle wettelijke eisen is voldaan. De opgeëiste persoon heeft de Kroatische en Servische nationaliteit en heeft verklaard dat hij de persoon is die in het uitleveringsverzoek wordt genoemd. De rechtbank heeft de stukken die bij het verzoek zijn gevoegd als voldoende beoordeeld en vastgesteld dat het feit waarvoor uitlevering wordt gevraagd ook naar Nederlands recht strafbaar is. De rechtbank heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de officier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon. De uitspraak is gedaan in een openbare zitting en is gegrond op de relevante artikelen van het Europees verdrag betreffende uitlevering en de Nederlandse Uitleveringswet.