Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Geldplein Rotterdam (hierna: schuldhulpverlener);
- mevrouw [persoon B] , werkzaam bij het Leger des Heils (hierna: begeleidster).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 16 oktober 2024 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 14 februari 2025 zijn verzoekster en haar begeleiders gehoord. De rechtbank heeft op 20 februari 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat verzoekster niet te goeder trouw is geweest in het ontstaan van haar schulden, die in totaal € 57.227,57 bedragen. De schulden zijn onder andere ontstaan door boetes van het CJIB en een schuld aan Stichting Prokino. De rechtbank concludeert dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen. De rechtbank wijst het verzoek af, maar merkt op dat een nieuw verzoek in de toekomst mogelijk meer kans van slagen heeft als verzoekster haar situatie stabiliseert en kan aantonen dat zij aan haar verplichtingen kan voldoen.