ECLI:NL:RBROT:2025:2305

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
25 februari 2025
Zaaknummer
10/630203-08
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met een verleden van seksuele delicten en de noodzaak van hernieuwde behandeling

Op 20 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van een ter beschikking gestelde, geboren in 1979 op Curaçao, die sinds 2010 onder terbeschikkingstelling staat vanwege ernstige seksuele delicten, waaronder meermalen verkrachting. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met één jaar, na een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging met twee jaar. De ter beschikking gestelde was recent overgeplaatst naar een nieuwe instelling, waar zorgen waren gerezen over zijn seksuele gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt voortgezet. De rechtbank heeft ook aangegeven dat het hernieuwde resocialisatietraject nog niet duidelijk is, maar dat er eerder dan na twee jaar informatie gewenst is over de voortgang van de behandeling. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de oudste en jongste rechter niet in staat waren om de beslissing mede te ondertekenen. De ter beschikking gestelde kan binnen veertien dagen na betekening van de uitspraak beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/630203-08
Datum uitspraak: 20 februari 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde],de ter beschikking gestelde,
geboren te Curaçao op [geboortedatum] 1979,
verblijvende in de [naam kliniek 1] te [adres],
raadsman mr. R.A. Schenk, advocaat te Harderwijk.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 14 oktober 2010 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van verkrachting, meermalen gepleegd, en poging tot verkrachting. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op
12 februari 2013.
Bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 mei 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 27 december 2024 van het openbaar ministerie een vordering d.d. 19 december 2024 ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 6 februari 2025 behandeld. De officier van justitie, mr. F.P. Holthuis, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, en als deskundige [naam 1], werkzaam als regiebehandelaar bij [naam kliniek 2] (hierna: de instelling), zijn gehoord. De ter beschikking gestelde en de deskundige zijn gehoord door middel van een video-verbinding.

3.Recente overstap van de instelling naar de [naam kliniek 1]

Op 28 februari 2023 werd aan de ter beschikking gestelde de machtiging verleend voor transmuraal verlof en op 23 maart 2023 is hij overgeplaatst naar de transmurale voorziening van de instelling. Uit de adviezen van de instelling en de rapportage van de psychiater leidt de rechtbank af dat de ter beschikking gestelde daar goed functioneerde. Hij werkte op een arbeidsre-integratieplek, volgde geen therapieën of trainingen meer en de verloven verliepen ook naar wens.
Op 28 maart 2024 heeft een medewerker van het AFPN contact gezocht met de instelling. Hij gaf aan dat één van zijn cliënten lastig was gevallen door de ter beschikking gestelde en dat zij tegen haar wil seksueel contact heeft gehad met de ter beschikking gestelde. Naar aanleiding daarvan heeft de instelling het transmurale verlof opgeschort en is besloten dat een hernieuwde resocialisatiepoging binnen de instelling niet meer aan de orde zou zijn. Daarbij heeft meegespeeld dat de ter beschikking gestelde anderhalf jaar voordien ook niet open zou zijn geweest over seksueel contact.
Bij een nadien plaatsgevonden controle van de computer, die de ter beschikking gestelde op zijn kamer heeft staan, heeft de instelling geconstateerd dat de gebruiker pornosites heeft bezocht (iets wat op zich in de instelling is toegestaan), maar ook dat bij dat bezoek van die site zoektermen zouden zijn gebruikt, zoals ‘verkrachting’.
Op 5 december 2024 is de ter beschikking gestelde overgeplaatst naar [naam kliniek 1] te [plaatsnaam].

4.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 12 december 2024, de terbeschikking-stelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken en zwakbegaafdheid. Het recidiverisico wordt in geval van beëindiging van de terbeschikkingstelling ingeschat als hoog en bij voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling ingeschat als matig tot hoog.
Advies psychiater
Psychiater [naam 2] adviseert in het rapport, gedateerd 25 november 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren en licht dat als volgt toe.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken en zwakbegaafdheid. Daarnaast is er een (matige) stoornis in het gebruik van alcohol, onder gereguleerde omstandigheden langdurig in remissie. In [naam kliniek 1] zal in de behandeling de seksuele component in het gedrag van de ter beschikking gestelde veel nadrukkelijker aan de orde moeten komen. Ook zal daarbij opnieuw bezien moeten worden of een libidoremmer voor de ter beschikking gestelde aangewezen is omdat in de eerdere discussies over dat onderwerp men is uitgegaan uitging van de afwezigheid van enige seksuele deviantie. Op dit moment is onduidelijk daarvan toch sprake zou kunnen zijn. De ter beschikking gestelde staat nu weer aan het begin van een behandeling die moet leiden tot een nieuw resocialisatietraject.
Zonder het huidige kader zou het risico op recidive, dan wel op gewelddadig gedrag in brede zin, kunnen oplopen tot hoog.
Op de terechtzitting gegeven nadere toelichting
De deskundige [naam 1] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht.
Hij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard.
De meldster van seksueel overschrijdend gedrag van de ter beschikking gestelde woont in de buurt van de instelling. Nog daargelaten de juistheid van de melding staat dit gegeven een hernieuwde resocialisatiepoging vanuit de instelling in de weg.
Er zijn bovendien zorgen over de seksuele gezondheid van de ter beschikking gestelde. Bij [naam kliniek 1] zal dan ook, voordat het resocialisatietraject wordt aangevangen, een seksuele anamnese en een incidentenanalyse moeten plaatsvinden en zal ook de voorgeschreven medicatie opnieuw bekeken worden. Dit traject zal zeker langer duren dan een jaar.

5.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De raadsman heeft verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar.
De ter beschikking gestelde was bij de instelling al in de afrondende fase van zijn resocialisatietraject. Bij een positief verloop van zijn behandeling zou de terbeschikkingstelling met dwangverpleging dan ook over een jaar al kunnen worden beëindigd.

6.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de instelling en de psychiater en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Bij de vraag met welke duur de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd, is het volgende van belang.
De rechtbank stelt vast dat, hoewel de ter beschikking gestelde al ver gevorderd was in zijn resocialisatietraject, hij tegenover de instelling toch onvoldoende open is geweest over zijn gedragingen op seksueel gebied. De hiervoor genoemde incidenten hebben ook de vraag doen ontstaan of bij de ter beschikking gestelde toch sprake is van seksuele deviantie, een situatie die in de bestaande behandeling van betrokkene niet als uitgangspunt was genomen. Of daarvan sprake is zal bij [naam kliniek 1] moeten worden onderzocht, maar duidelijk is dat het antwoord op die vraag de aard en de duur van de behandeling aanzienlijk zal kunnen beïnvloeden.
Omdat de ter beschikking gestelde pas zeer recent is overgeplaatst naar [naam kliniek 1] is door deze instelling nog niet aan de rechtbank gerapporteerd.
Hoe het hernieuwd in te zetten resocialisatie-traject zal worden vormgegeven is dan ook op dit moment nog onduidelijk. Dit brengt mee dat de rechtbank de inschatting van de deskundigen dat de behandeling van betrokkene nog meer dan een jaar zal duren op zich goed kan volgen, maar desondanks wel eerder dan na ommekomst van twee jaar geïnformeerd wil worden over de bevindingen van [naam kliniek 1] en het verloop van de behandeling van de ter beschikking gestelde bij deze instelling. Gelet hierop zal de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling daarom verlengen met één jaar.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor een of meer personen.

7.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één)jaar;
wijst afhet meer of anders gevorderde.
Deze beslissing is genomen door mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
en mr. J. de Lange en mr. H.E. Thijssen-de Haze, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 februari 2025.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.