Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het in zaak A en B ten laste gelegde, met dien verstande dat in zaak A onder feit 1 de impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord en onder feit 2 en 3 de primair ten laste gelegde poging tot doodslag bewezen kunnen worden; in zaak B kan feit 3 worden bewezen voor de pleegperiode van 21 juni 2023 tot en met 1 juli 2023;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) jaar met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling (hierna: tbs) van de verdachte met bevel tot dwangverpleging en oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
4.Waardering van het bewijs
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in
zaak A onder feit 1, feit 2 en feit 3en in
zaak B onder feit 2en
feit 4ten laste gelegde heeft begaan.
bijlage IIIheeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in
zaak B onder feit 1ten laste gelegde heeft begaan.
te snijden;
5.Strafbaarheid feiten
poging doodslag
poging doodslag
zware mishandeling
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen
10.Vordering tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Bijlagen
13.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaar;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de in de tabel genoemde benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te betalen de daarin genoemde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de daarin genoemde data tot aan de dag van algehele voldoening;