ECLI:NL:RBROT:2025:2262

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
25 februari 2025
Zaaknummer
11328404 CV EXPL 24-24758
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door verloren kisten tijdens beursvervoer

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen MSIG Insurance Europe AG, de verzekeraar van Anristu Infivis B.V., en Kuehne + Nagel Logistics B.V. De kern van het geschil betreft de aansprakelijkheid van Kuehne voor schade die Anristu heeft geleden door verloren kisten tijdens het vervoer naar een beurs in Düsseldorf. De overeenkomst tussen Anristu en Kuehne is tot stand gekomen via e-mailcommunicatie, waarbij Anristu op 24 april 2023 een opdracht heeft gegeven aan Kuehne. Kuehne heeft echter op 25 april 2023 een e-mail zonder inhoud teruggestuurd, maar heeft de opdracht wel uitgevoerd, wat leidde tot de facturering van de diensten. De kisten zijn echter zoekgeraakt, wat resulteerde in een schadeclaim van MSIG tegen Kuehne voor een totaalbedrag van € 9.942,00, inclusief kosten voor rapportage van de schade.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Kuehne de contractspartner van Anristu is en aansprakelijk is voor de schade. De rechter heeft vastgesteld dat, ondanks de wonderlijke totstandkoming van de overeenkomst, Kuehne de opdracht heeft aangenomen door te reageren op de e-mail van Anristu en de werkzaamheden te factureren. De rechter heeft de vordering van MSIG toegewezen, inclusief rente en proceskosten, en Kuehne veroordeeld tot betaling van het schadebedrag en de proceskosten, die in totaal € 1.452,22 bedragen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Kuehne onmiddellijk aan de veroordelingen moet voldoen, ook als de zaak in hoger beroep wordt gebracht.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11328404 CV EXPL 24-24758
datum uitspraak: 14 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
MSIG Insurance Europe AG,
vestigingsplaats: Keulen (Duitsland),
eiseres,
gemachtigde: mr. W.M. van Rossenberg,
tegen
Kuehne + Nagel Logistics B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. F.J.H. Krumpelman.
De partijen worden hierna ‘MSIG’ en ‘Kuehne’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 21 augustus 2024;
  • de akte van MSIG van 2 oktober 2024, met bijlagen;
  • het antwoord van 27 november 2024, met bijlagen;
  • de akte van MSIG van 14 februari 2025, met bijlagen.
1.2.
Op 14 februari 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. De gemachtigden van partijen waren aanwezig.

2.Het geschil

2.1.
Anristu Infivis B.V. neemt in mei 2023 deel aan de beurs Interpack in Düsseldorf. Kisten van Anristu met beursmateriaal moeten in Düsseldorf van de vrachtwagen waarmee zij aankomen naar de stand van Anristu op de beurs worden gebracht. Anristu e-mailt over een opdracht hiervoor met Kühne + Nagel (AG & Co) KG (een zusterbedrijf van de BV die in deze zaak gedagvaard is, hierna af te korten met: ‘AG’)
2.2.
Anristu schrijft op 24 april 2023 om 10.26 uur in een e-mail aan AG:
See attached the final list with pallets:
Jobs for May 2, from 9.00 a.m. HALL 11. B20 : ANRISTU
1) 17 pallets to be unloaded from the truck.
2) 14 machines to be taken out from the wooden boxes.
3) 16 pallets to be stored by you during the show.
Jobs for May 11, at 9.00 am HALL 11. B20 : ANRITSU
1) 16 pallets to be put at the booth from your storage.
2) 14 machines to be put into the wooden boxes.
Jobs for May 12, at 10.00 am HALL 11. B20 : ANRISTU
1) 17 pallets to be loaded to the truck.
Please confirm these jobs.
2.3.
In reactie op deze e-mail aan AG stuurt Kuehne (de in deze zaak gedagvaarde BV dus) op 25 april 2023 om 2.09 uur een e-mail zonder inhoud aan Anristu. De opdracht uit de e-mail van 24 april 2023 wordt vervolgens (zo goed als) uitgevoerd. Kuehne (de BV) brengt dit met een factuur van 29 juni 2023 bij Anristu in rekening.
2.4.
De kisten zijn zoekgeraakt. Interlloyd Averij stelt in haar rapport van 19 juni 2023 dat Anristu hierdoor € 9.004,25 aan schade lijdt. Het rapport zelf kost € 937,75. MSIG is de verzekeraar van Anristu. Zij heeft de schade aan Anristu vergoed en treedt in haar rechten.
2.5.
MSIG stelt dat Kuehne (de BV) de contractspartner is van Anristu en dat Kuehne aansprakelijk is voor de schade. MSIG vordert Kuehne ertoe te veroordelen die schade van
(€ 9.004,25 + € 937,75 = ) € 9.942,00 te betalen, met rente en veroordeling van Kuehne in de proceskosten.
2.6.
Kuehne voert verweer.
2.7.
Is dit voor de beoordeling van belang, dan wordt hierna ingegaan op wat partijen (verder) naar voren brengen.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter is van oordeel dat Kuehne de contractspartner van Anristu is, dat zij de op 24 april 2023 (zie 2.2.) (ook) gegeven opdracht om de kisten op te slaan niet goed uitgevoerd heeft (de kisten zijn verdwenen) en dat Kuehne daarom aansprakelijk is voor de schade die MSIG (de verzekeraar van Anristu) daardoor lijdt (in totaal € 9.942,00).
3.2.
De totstandkoming van de overeenkomst is weliswaar wat wonderlijk gegaan, maar als de BV reageert op een e-mail aan de AG en als de BV vervolgens de werkzaamheden bij Anristu in rekening brengt, moet de conclusie getrokken worden dat de BV de opdracht uit de e-mail van 24 april 2023 aangenomen heeft. Kuehne heeft voor haar e-mail van 25 april 2023 (zie 2.3.) ook geen andere verklaring gegeven dan dat zij daarmee wil reageren op de e-mail van Anristu van 23 april 2023. Kuehne lijkt de authenticiteit van de door MSIG in het geding gebrachte e-mails in twijfel te trekken, maar omdat Kuehne deze stelling niet concreter maakt, kan de kantonrechter daar niets mee.
3.3.
Het feit dat opslagwerkzaamheden niet zijn gefactureerd, betekent niet per definitie dat die opslagwerkzaamheden niet overeengekomen zijn, zoals Kuehne aanvoert. Anristu benoemt in haar e-mail van 23 april 2023 de opslag. Dat Kuehne dat deel van de opdracht niet aanneemt blijkt niet. Als het zo is dat Kuehne, zoals haar gemachtigde op de zitting verklaarde, slechts een faciliterende rol speelt (door de factuur te sturen) maar dat AG de contractspartner is, blijkt ook dat niet. Omdat in de verhouding Kuehne-Anristu niet over algemene voorwaarden gesproken is, moet ervan uit worden gegaan dat op de tussen hen gesloten overeenkomst geen algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat de inhoud van de voorwaarden die Kuehne noemt dus niet aan het toewijzen van de vordering in de weg staan. De vordering wordt dus toegewezen, met de rente die MSIG vordert.
3.4.
Kuehne krijgt ongelijk. Zij moet daarom de proceskosten betalen. Die kosten bestaan aan de kant van MSIG uit € 115,22 aan kosten voor de dagvaarding, € 524,00 aan griffierecht, € 678,00 aan salaris voor haar gemachtigde en € 135,00 aan nakosten. Dit is bij elkaar € 1.452,22. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis door een deurwaarder uitgereikt moet worden.
3.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat als deze zaak aan een hogere rechter wordt voorgelegd, in afwachting van de uitspraak van die hogere rechter afgedwongen kan worden dat aan de veroordelingen in dit vonnis wordt voldaan.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt Kuehne om € 9.942,00 aan MSIG te betalen, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf 13 mei 2023 tot aan de dag dat dit bedrag volledig is betaald;
4.2.
veroordeelt Kuehne in de proceskosten, aan de kant van MSIG begroot op een bedrag van € 1.452,22;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en in het openbaar uitgesproken.
686