Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres],
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het over de verdachte opgemaakte rapport van 16 oktober 2024.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
232 (tweehonderdtweeëndertig) urente verrichten taakstraf resteert;
116 (honderdzestien) dagen;
6 (zes) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 jaar;
€ 7.501,38 (zegge: zevenduizend vijfhonderdeen euro en achtendertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening en wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting
€ 17.501,38 (zegge: zeventienduizend vijfhonderdeen euro en achtendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
122 (honderdtweeëntwintig) dagen;