Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres] , [postcode] [plaats] ,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder dagvaarding I ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het primair onder dagvaarding II ten laste gelegde, met uitzondering van het onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op het tonen en op korte afstand houden van een mes, dan wel een scherp of puntig voorwerp;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10-107264-21.
4.Waardering van het bewijs
De aangever heeft verklaard dat de verdachte of de medeverdachte het door hem gepinde geldbedrag van € 20,- heeft weggenomen. Dit is evenwel niet te zien op de camerabeelden en steunbewijs hiervoor ontbreekt. Daarom is de rechtbank – anders dan waartoe door de officier van justitie is gerekwireerd – van oordeel dat een voltooide diefstal met geweld in vereniging van een geldbedrag niet is bewezen. Wel is de poging daartoe wettig en overtuigend bewezen.
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht,
door die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Volgende week kom ik terug met een pistool en schiet jullie en je familie allemaal
dood" en/of
- "Wacht maar, over zeven dagen heb ik mijn wapen en dan ga je zien. Ik ga je
doodmaken",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
ente doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen die
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
Tot 18 juni 2025 is er nog een lopende zorgmachtiging. Deze zorgmachtiging is bedoeld om een opname te kunnen realiseren bij psychotische episodes. De inzet van de zorgmachtiging is echter niet doelmatig bij problemen, voortkomend uit impulsief en ongewenst gedrag of het ontbreken van huisvesting. De verdachte is niet goed “te vangen” voor continuïteit van zorg en is al lange tijd dakloos. De verdachte is voor huisvesting op vele plaatsen afgewezen, enerzijds door zijn gedrag en slechte agressieregulatie, anderzijds omdat hij nergens goed past. Dit vanwege onder meer een te lage intelligentie, een te grote kwetsbaarheid voor psychoses of het hebben van te complex gedrag. Inmiddels valt de verdachte, naast behandeling door het ambulante team, ook onder de “Levensloopaanpak”.
De verdachte is ruim vier maanden na het bewezenverklaarde feit door een psychiater onderzocht. Volgens de psychiater is er – omdat de verdachte niet meewerkte - onvoldoende informatie om tot een conclusie ten aanzien van een psychische stoornis of verstandelijke beperking te komen. Uit de ontvangen informatie over de voorgeschiedenis van de verdachte blijkt echter dat eerder een autismespectrumstoornis, een laaggemiddelde intelligentie en een psychotische kwetsbaarheid zijn vastgesteld. Hoewel deze diagnoses niet kunnen worden bevestigd of uitgesloten op basis van het huidige psychiatrische onderzoek, overweegt de rechtbank dat dit geen stoornissen en beperking zijn die tijdelijk of te genezen zijn.
7.Motivering straf (dagvaarding II)
8.Vordering tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 130 (honderddertig) dagen;