5.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 5.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden ten aanzien van feit 4. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak.
Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het 1 onder 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij, in de periode van 19 februari 2019 tot en met 22 augustus 2019 in de gemeente
Lansingerland en Noordoostpolder en Stichtse Vecht en Kaag en Braassem, meerdere malen tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk, van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten
- een kleine zwaan (Cygnus bewickii Yarrell) op 19 februari 2019 in Bleiswijk en/of
- een kleine zwaan (Cygnus bewickii Yarrell) op 2 april in Kraggenburg en/of
- 2 wilde zwanen (Cygnus cygnus) op 9 april 2019 in Oud Zuilen en/of- een knobbelzwaan (Cygnus Olor) op 22 augustus 2019 in Leimuiden,
heeft gevangen;
2.
hij, in de periode van 3 mei 2019 tot en met 24 mei 2019 in de gemeente Teylingen,
althans in Nederland, meerdere malen tezamen en in vereniging met een
ander opzettelijk, eieren van, van nature in Nederland
in het wild levende, vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten
- de Kokmeeuw op 3 mei 2019 in Sassenheim en
- de Stern op 17 mei 2019 in Sassenheim en
- heeft geraapt en/of onder zich heeft gehad;
3.
hij, op 30 juni 2020 in de gemeente Teylingen en/of Haarlemmermeer,
meerdere malen tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk
- vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten
- Pijlstaarten en
- Eksters en
- Kauwen en
- Zwarte kraaien en
- Bergeenden en
- Bronskopeenden en
- Krakeenden en
- Kuifeenden en
- Slobeenden
op een perceel aan de [adres 1] te [plaats 1] ,
- vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, te weten
- Smienten en
- Wintertalingen en
- Slobeenden en
- Krakeenden en
- een Pijlstaart,
op een perceel aan de [adres 2] te [plaats 2] ,
heeft verkocht, vervoerd voor verkoop, onder zich heeft gehad voor verkoop en/of
ten verkoop heeft aangeboden;
4.
hij, op 30 juni 2020 in de gemeente Teylingen, opzettelijk,
zich buiten gebouwen heeft bevonden met in de Regeling natuurbescherming
aangewezen middelen die geschikt zijn voor het doden of vangen van dieren en/of
met materialen ter onmiddellijke vervaardiging van middelen waarvan
redelijkerwijs moet worden aangenomen dat die middelen of materialen zullen
worden gebruikt voor het doden of vangen van dieren immers heeft hij een vangkooi, geplaatst op een perceel aan de [adres 1] te [plaats 1] ;
5.
hij, in de periode van
30 juni 2018tot en met 30 juni 2020 in de
gemeente Teylingen en de gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met één ander, opzettelijk, in een inrichting op het adres [adres 1] te
[plaats 1] en/of op het adres [adres 2] te [plaats 2] , bedrijfsmatig vogels,
zijnde gezelschapsdieren, ten verkoop in voorraad heeft gehouden en/of heeft
gehouden ten behoeve van opvang en/of heeft gefokt ten behoeve van verkoop
en/of aflevering van nakomelingen, terwijl er geen deugdelijke administratie werd
bijgehouden van de vogels die in die inrichtingen verbleven;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.