ECLI:NL:RBROT:2025:1983

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
10/101987-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een tbs-gestelde met één jaar ter bevordering van behandeling en resocialisatie

Op 31 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een tbs-gestelde. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, ondanks een verzoek van de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw om deze met slechts één jaar te verlengen. De rechtbank oordeelde dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van deskundigen en de behandeling van de ter beschikking gestelde in overweging genomen. De ter beschikking gestelde heeft een complexe problematiek, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en een geschiedenis van gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft benadrukt dat de ter beschikking gestelde het traject van behandeling en resocialisatie volledig moet doorlopen en dat er handvatten moeten worden geboden om een behandelimpasse te voorkomen. De rechtbank heeft de instelling, de advocaat en de ter beschikking gestelde aangespoord om samen te werken aan een resocialisatieplan en om het wantrouwen te overwinnen. De rechtbank heeft ook aangegeven dat als de situatie niet verbetert, er mogelijk een zorgconferentie moet worden belegd, waarbij ook een overplaatsing naar een andere instelling aan de orde kan komen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, waardoor de totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging meer dan vier jaar bedraagt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/101987-19
Datum uitspraak: 31 januari 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde] (hierna: de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum de [naam instelling] te [plaats] (de instelling),
raadsvrouw mr. L. Schouten, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 7 februari 2020 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende zijn gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot zware mishandeling. De termijn
van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 21 februari 2020.
Bij beslissing van deze rechtbank van 19 januari 2021 is bevolen dat de ter beschikking
gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd (dwangverpleging). Op
19 augustus 2021 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden die beslissing van de
rechtbank met aanvulling van gronden bevestigd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 29 januari 2024 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar. Op 4 juli 2024 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden die beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 10 december 2024 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. De vereiste stukken zijn bij die vordering gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 31 januari 2025 behandeld. De officier van justitie mr. F. Holthuis, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de deskundige [persoon A] , werkzaam als GZ-psycholoog en hoofd behandeling bij de instelling, zijn gehoord. De deskundige is via een videoverbinding gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport van 25 november 2024 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een andere gespecificeerde
persoonlijkheidsstoornis (met antisociale, narcistische en paranoïde kenmerken),
zwakbegaafdheid, een cannabisverslaving (ernstig, onder toezicht staand) en psychopathie.
De ter beschikking gestelde verblijft sinds mei 2022 op een klinische behandelafdeling bij de instelling. De behandeling binnen de instelling verloopt moeizaam. Er is regelmatig sprake van beperkende maatregelen vanwege onder meer het overtreden van voorwaarden, onvoldoende betrouwbaarheid en in verband met het kunnen handhaven van de veiligheid (vanwege het bezit van contrabande en vermoedens van betrokkenheid bij handel in drugs op de afdeling). Vanuit de persoonlijkheidsproblematiek en cognitieve beperkingen is de ter beschikking gestelde geneigd om vooral gericht te zijn op eigen behoeften en gewin. Verschillende therapieën zijn ingezet, maar ook weer voortijdig afgebroken. De ter beschikking gestelde spreekt uit gemotiveerd te zijn maar het ontbreekt hem aan doorzettingsvermogen en draagkracht. Hij legt structureel de oorzaak van zijn problemen buiten zichzelf en heeft vooralsnog onvoldoende intrinsieke motivatie om met hulp en ondersteuning structurele veranderingen in zijn gedrag aan te brengen. Met zijn opportunistische gedachten, versterkt door zijn cognitieve beperking, houdt de ter beschikking gestelde zichzelf voor dat hij hoe dan ook op korte termijn vrijkomt. Dit maakt dat naast een hoog risico op geweld ook een hoog risico op ongeoorloofde afwezigheid bestaat. Hij verblijft momenteel op een gesloten behandelafdeling. Het risico op recidive bij het (voorwaardelijk) beëindigen van de huidige maatregel wordt ingeschat als hoog.
Vanwege het grillige verloop van de behandeling tot nu toe bevindt de ter beschikking gestelde zich nog aan het begin van zijn behandeling en is resocialisatie nog niet opgestart. De verslavingsproblematiek en het verhoogde wantrouwen, impulsiviteit, beperkte zelfinzicht en daarmee gepaard gaande beperkte motivatie voor gedragsveranderingen zijn de grootste aandachtspunten binnen de behandeling. Gezien de zeer hardnekkige problematiek van de ter beschikking gestelde is blijvende ondersteuning en begeleiding noodzakelijk. In het verleden heeft de ter beschikking gestelde zich veelvuldig niet gehouden aan de hem gestelde voorwaarden en dit patroon heeft zich gedurende de huidige opname voortgezet. De komende periode is het van belang samen met de ter beschikking gestelde te werken aan gedragsverandering, zodat de eerste fase van resocialisatie (begeleid verlof) mogelijk in beeld kan komen.
Rapport psychiater
Psychiater [persoon B] adviseert in zijn rapport van 27 oktober 2024 om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De diagnose komt overeen met die van de instelling. De psychiater constateert dat er nog altijd geen verlofkader van kracht is voor de ter beschikking gestelde en dat er zonder verlofkader geen resocialisatie kan plaatsvinden. De ter beschikking gestelde verwijt de kliniek niet voortvarend te zijn maar hij ziet zijn eigen rol daarbij niet onder ogen. De ter beschikking gestelde moet eerst blijk geven van enig zelfinzicht en niet alle schuld buiten zichzelf leggen, alvorens het verantwoord is om met verloven te starten. Als hem verlof wordt verleend, zal stringent toezicht moeten plaatsvinden op de naleving van de verlofvoorwaarden en zal het verlof geleidelijk aan moeten worden uitgebouwd. Uiteindelijk dient de ter beschikking gestelde, gelet op de psychopathologie en de hardnekkigheid daarvan, uit te stromen naar een begeleide woonvorm. Dit kan echter pas als hij het stadium van transmuraal verlof heeft bereikt en er dienen nog vele stappen te worden gezet voordat het zover is. De psychiater schat het risico op gewelddadig gedrag in als hoog. Er zijn nog voldoende therapeutische interventies denkbaar om dit risico terug te brengen tot aanvaardbare proporties. Dit zal echter wel de nodige tijd vergen. Een verlengingstermijn van één jaar is te kort om de stappen te kunnen zetten die nodig zijn.
Rapport psycholoog
Psycholoog [persoon C] adviseert in zijn rapport van 11 november 2024 om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De diagnose komt op hoofdlijnen overeen met die van de instelling. De kans op een gewelddadige recidive wordt als hoog ingeschat als de ter beschikking gestelde uit zorg raakt. Onder de huidige omstandigheden is de kans op recidive laag. De behandeling stagneert omdat de ter beschikking gestelde vanuit een gebrek aan inzicht neigt naar rigide denken en eigenwijsheid. Hij kan nauwelijks relativeren en vindt dat hij onterecht in de huidige situatie terecht is gekomen. De ter beschikking gestelde wil nu graag naar een tbs-kliniek in de buurt van Rotterdam, maar de psycholoog denkt dat dezelfde dynamiek daar ook zal ontstaan. Volgens de psycholoog is het lastig een advies te geven om de huidige behandelimpasse te doorbreken. Het maken van een duidelijk resocialisatieplan met overzichtelijke stappen en duidelijke consequenties is wellicht het enige, maar dat probeert de instelling al. Wellicht dat het meer betrekken van het netwerk bij de behandeling uitkomst kan bieden. Gezien de huidige situatie valt te verwachten dat de ter beschikking gestelde over een jaar niet toe zal zijn aan een (voorwaardelijke) beëindiging van het bevel tot verpleging.
Op de terechtzitting gegeven toelichting op het verlengingsadvies
De deskundige [persoon A] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat er geen sprake is van een behandelimpasse. De instelling ziet enige vooruitgang in de behandeling van de ter beschikking gestelde en er zijn duidelijke doelen waaraan wordt gewerkt. De ter beschikking gestelde volgt verschillende therapieën. In dat verband heeft hij met diverse therapeuten gesproken en zij zien ook langzaamaan vooruitgang. Dat is vooral het geval bij therapeuten bij wie hij zich goed voelt. De instelling heeft vertrouwen in de behandeling en wil die ook uitbreiden. Indien de ter beschikking gestelde naar FPC De Kijvelanden zou worden overplaatst, zal de behandeling weer helemaal opnieuw beginnen en dat is niet helpend. Er zijn verlofdoelen opgesteld en als de ter beschikking gestelde daaraan meewerkt kunnen stappen worden gezet naar verlof. Er is een netwerkberaad geweest en dat is positief verlopen. Het is bedoeling dergelijke netwerkberaden vaker te organiseren.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
De rechtbank is van oordeel dat de terbeschikkingstelling niet kan worden beëindigd. De ter beschikking gestelde zal het traject van behandeling en resocialisatie helemaal moeten doorlopen. De instelling heeft er op dit moment nog vertrouwen in en ziet aanknopings-punten dat dit gaat lukken. Er lijkt een begin van een behandelrelatie en samenwerking te ontstaan met in ieder geval twee therapeuten. De ter beschikking gestelde heeft er ter zitting evenwel blijk van gegeven dat hij dit anders ervaart en dat hij geen vertrouwen heeft in de instelling. Zijn advocaat en zijn op de zitting aanwezige netwerk bevestigden hem daarin. Dit maakt dat de rechtbank zorgen heeft dat de behandeling toch weer zal stagneren. Om – na inmiddels ruim 2,5 jaar in de instelling – een nieuwe impasse te helpen voorkomen, wil de rechtbank voor het komende jaar de instelling, de advocaat en vooral de ter beschikking gestelde en zijn netwerk handvatten geven om de samenwerking te verbeteren.
De rechtbank geeft de instelling in overweging zo snel mogelijk een driegesprek te beleggen met de ter beschikking gestelde en zijn advocaat om het wantrouwen, de verschillen van inzicht en de belemmeringen voor het op gang komen van de behandeling te bespreken en zo mogelijk weg te nemen. De rechtbank geeft de instelling verder in overweging de net opgestarte netwerkgesprekken voort te zetten en zo mogelijk te intensiveren.
Van de ter beschikking gestelde, en niet in de laatste plaats diens netwerk, wordt verlangd dat men zich inspant om met elkaar en de instelling tot een resocialisatieplan te komen, waarbij de weerstand tegen de tbs-maatregel niet langer leidend is. Daarbij is het nodig elkaar te respecteren en te erkennen dat de ter beschikking gestelde behandeling nodig heeft. De ter beschikking gestelde is niet geholpen met een netwerk dat hem blijft voeden in zijn boosheid over de maatregel en de daarin opgestarte behandelingen, maar heeft nodig dat samengewerkt wordt, waarbij vertrouwen in elkaar de kortste weg naar resocialisatie en uitstroom biedt.
Als één en ander niet tot verbetering leidt, geeft de rechtbank in overweging een zorgconferentie te beleggen waarbij ook een overplaatsing naar FPC De Kijvelanden aan de orde kan komen. Aan het einde van dat jaar wil de rechtbank de situatie opnieuw kunnen beoordelen. De advocaat zal dan kunnen laten zien wat er van haar kant is ondernomen en de instelling, in de verlengingsrapportage, of er, en zo ja, welke vorderingen zijn gemaakt. En de ter beschikking gestelde zal dan kunnen laten zien of het hem gelukt is zijn ongenoegen over de omzetting van de tbs met voorwaarden naar een tbs met dwangverpleging en het wantrouwen naar de instelling achter zich te laten en zich in te zetten voor het noodzakelijke traject om tot uitstroom uit de maatregel te komen.
Daarom zal de rechtbank nu de terbeschikkingstelling verlengen met één jaar.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één)jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, voorzitter,
en mrs. A.M.G. van de Kragt en P.C. Tuinenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.S. Roman, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.