Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 oktober 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen ANWB B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. ANWB vorderde betaling van achterstallige lidmaatschapskosten van € 135,- voor de periode van 21 december 2019 tot en met 20 december 2020. De gedaagde erkende de hoofdsom, maar betwistte de rente en bijkomende kosten, omdat hij geen herinnering of aanmaning had ontvangen en zich afvroeg of de vordering niet verjaard was. De kantonrechter oordeelde dat ANWB aan haar wettelijke informatieverplichtingen had voldaan en dat de gedaagde de hoofdsom moest betalen. De kantonrechter wees de eis van ANWB toe, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, die als oneerlijk werden beoordeeld. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de hoofdsom en de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2024. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op € 343,54 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.