ECLI:NL:RBROT:2025:1976

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
24-025817
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over beklag inzake inbeslaggenomen bromfiets met diefstal motorblok

Op 10 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De klager, geboren in 2003 te Curaçao, had een klaagschrift ingediend tegen de inbeslagname van een bromfiets, die op 28 maart 2024 in Rotterdam in beslag was genomen. De inbeslagname vond plaats in het kader van een strafzaak tegen de klager, die verdacht werd van gevaarlijk rijgedrag en overtreding van de Wegenverkeerswet 1994. De officier van justitie, mr. M.J.W. van Breukelen, concludeerde tot ongegrondverklaring van het beklag, omdat het motorblok van de bromfiets van diefstal afkomstig was en de kans bestond dat de bromfiets later door de strafrechter verbeurd zou worden verklaard.

Tijdens de behandeling van het klaagschrift op 10 januari 2025 was de klager niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank oordeelde dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de bromfiets, omdat het ongecontroleerde bezit in strijd is met de wet of het algemeen belang. De rechtbank concludeerde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de bromfiets zal onttrekken aan het verkeer. De beslissing van de rechtbank was dat het beklag ongegrond werd verklaard, en deze uitspraak werd gedaan door mr. J.M.L. van Mulbregt in tegenwoordigheid van griffier mr. N. Jallal.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Strafrecht 2
Zittingsplaats Rotterdam
raadkamernummer : 24-025817
Beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager], klager,

geboren op [geboortedatum] 2003 te Curaçao,
wonende op het adres [adres 1],
voor deze zaak domicilie kiezend te [adres 2] ten kantore van zijn raadsman mr. A.W.J. van Galen.

Feiten

Op 28 maart 2024 is te Rotterdam onder klager beslag gelegd op een bromfiets van het merk Piaggio C25 met kenteken [kenteken].
Het beslag is gelegd op grond van artikel 94 Sv.
Dit beslag is gelegd in het kader van de strafzaak tegen de klager. Hij wordt verdacht van gevaarlijk rijgedrag, overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994).

Procedure

Op 17 oktober 2024 is op grond van artikel 552a Sv een klaagschrift ingediend.
Het klaagschrift is op 10 januari 2025 door de raadkamer in het openbaar behandeld. De officier van justitie mr. M.J.W. van Breukelen en de gemachtigde raadsman zijn gehoord. De klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Standpunt klager

Blijkens de bevindingen van het proces-verbaal van 15 april 2024 van verbalisant [verbalisant] is het motorblok van de inbeslaggenomen bromfiets van diefstal afkomstig. Gelet hierop heeft de raadsman zich namens de klager ten aanzien van de beslissing op het beklag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beklag. Daartoe is gesteld dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de bromfiets later door de strafrechter verbeurd zal worden verklaard, dan wel zal worden onttrokken worden aan het verkeer. Uit onderzoek is gebleken dat de motorblok van de bromfiets van diefstal afkomstig is en volgens het door de raadsman overgelegde bericht van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) zou een herkeuring bij de RDW in dat geval niet mogelijk zijn.

Ontvankelijkheid

In het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie staat vermeld dat de inbeslaggenomen bromfiets inmiddels is vernietigd. Echter er is geen machtiging ex artikel 117 Sv aanwezig in het dossier, hetgeen door de officier van justitie ter zitting is bevestigd.
Zonder machtiging ex artikel 117 Sv kan niet worden vastgesteld dat de bromfiets in overeenstemming met de wettelijke voorschriften is vernietigd. Hierdoor kan ook niet worden uitgegaan van een beëindiging van het beslag, zoals vermeld in artikel 134, tweede lid onder c Sv. Gelet hierop dient de klager te worden ontvangen in zijn beklag.

Beoordeling

Vooropgesteld moet worden dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
In geval van een beklag van de beslagene tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechter eerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Als het strafvorderlijk belang voortduring van het beslag vordert, wordt geen teruggave gelast. Als er geen strafvorderlijk belang aan teruggave in de weg staat, vindt teruggave plaats aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend de onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, van het Wetboek van Strafrecht in verbinding met artikel 552f Sv.
Uit de beschikbare dossierstukken blijkt dat het motorblok van de inbeslaggenomen bromfiets toebehoort aan een andere bromfiets die eerder is gestolen. In een door de raadsman overgelegde mailbericht van de heer A. Peters, werkzaam bij het technisch kenniscentrum van de RDW van 7 januari 2025 staat – voor zover relevant – het volgende vermeld:
Als het een samengesteld voertuig betreft omdat er een ander motorblok is gemonteerd dan is een herkeuring bij de RDW mogelijk mits aan alle relevante technische eisen kan worden
voldaan. Het basis voertuig is toegelaten op basis van een individuele toelating. Wanneer een ander model of type motorblok is gemonteerd dan moet er technisch gekeurd worden bij de RDW. In het individuele testrapport zie ik dat er oorspronkelijk een ander motortype gemonteerd is, dus een technische keuring is verplicht. (…) Als verder aan het basis motorfiets niets gewijzigd is dan is de identiteit geen probleem. Het voertuigidentificatienummer van een samengesteld voertuig voorzien van een frame, wordt bepaald door het frame. Het enige wat een blokkade kan zijn is artikel 5 behorende bij Bijlage I van de Regeling voertuigen. Hierin staat in lid 4 het volgende:
Indien één of meer hoofdonderdelen niet zijn te identificeren of indien blijkt dat één of meer hoofdonderdelen van diefstal afkomstig zijn, wordt geen voertuigidentificatienummer vastgesteld.
Uit het bovenstaande blijkt dat de inbeslaggenomen bromfiets gelet op de van diefstal afkomstige gemonteerde motorblok niet door de keuring van de RDW zou komen en derhalve ook niet in het verkeer kan worden gebracht. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de inbeslaggenomen bromfiets zal onttrekken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit in strijd is met de wet of het algemeen belang. Het strafvorderlijk belang verzet zich dan ook tegen opheffing van het beslag.
Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beklag ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.M.L. van Mulbregt, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N. Jallal, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2025.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor de beklager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beslissing.