ECLI:NL:RBROT:2025:1973
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over beklag inzake inbeslagname van een bromfiets en de mogelijkheid van herkeuring door de RDW
Op 10 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een klager, geboren in 2003 te Curaçao, een klaagschrift indiende op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klager had in maart 2024 een bromfiets van het merk Gilera Runner C14 in beslag genomen gekregen, omdat hij verdacht werd van gevaarlijk rijgedrag en overtreding van de Wegenverkeerswet 1994. De klager verzocht om teruggave van de bromfiets, stellende dat het onwaarschijnlijk was dat de strafrechter deze later zou verbeurd verklaren of onttrekken aan het verkeer. De officier van justitie steunde het verzoek van de klager, verwijzend naar informatie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) die aangaf dat een herkeuring van de bromfiets mogelijk was.
De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave van de bromfiets, omdat niet kon worden uitgesloten dat de RDW de bromfiets zou kunnen goedkeuren na herkeuring. De rechtbank stelde vast dat er geen bewijs was dat de onderdelen van de bromfiets niet te identificeren waren of van diefstal afkomstig waren. Aangezien de inbeslaggenomen bromfiets inmiddels was vernietigd, werd de klager recht op vervangende schadevergoeding toegekend. De rechtbank verklaarde het beklag gegrond en gelastte de teruggave van de vervangende waarde van de bromfiets aan de klager.
Deze beslissing werd genomen door rechter J.M.L. van Mulbregt, in aanwezigheid van griffier N. Jallal, en werd openbaar uitgesproken op 10 januari 2025. Tegen deze beslissing staat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na dagtekening van de beslissing.