Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 oktober 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlage;
- de repliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 februari 2025, staat een geschil centraal tussen Billink Finance B.V. en een gedaagde die zich beroept op identiteitsfraude. De eiseres, Billink, heeft een vordering ingesteld voor betaling van een factuur van € 34,99, die voortvloeit uit een online bestelling die de gedaagde zou hebben geplaatst. De gedaagde ontkent echter het artikel te hebben besteld en stelt dat hij slachtoffer is van identiteitsfraude, wat hij op 12 november 2024 heeft gemeld bij de politie.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een consumentenkoop op afstand en dat de gedaagde het artikel heeft ontvangen, maar niet heeft betaald. De rechter oordeelt dat de gedaagde de koopprijs verschuldigd is, omdat hij niet binnen de wettelijke herroepingstermijn van 14 dagen het artikel heeft geretourneerd. De kantonrechter heeft ook ambtshalve de informatieverplichtingen van Billink beoordeeld en geconcludeerd dat aan deze verplichtingen is voldaan.
Verder heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen sprake is van een kredietovereenkomst, omdat de kosten die Billink in rekening brengt niet deel uitmaken van het verdienmodel van de kredietverstrekker. De rechter heeft ook vastgesteld dat bepaalde bepalingen in de algemene voorwaarden van Billink oneerlijk zijn, met name die over buitengerechtelijke kosten en rente. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de hoofdsom en de proceskosten, die in totaal zijn begroot op € 343,54. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.