ECLI:NL:RBROT:2025:1911

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
C/10/672120 / HA ZA 24-68
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling restant koopprijs aandelen in BV; geschil over nakoming koopovereenkomst en naheffingsaanslag vennootschapsbelasting

In deze zaak heeft Sapientem Holding B.V. (hierna: Sapientem) een rechtszaak aangespannen tegen Mihoutao Sociedad Limitada (hierna: Mihoutao) over de betaling van het restant van de koopprijs van aandelen in LW Sales B.V. (de BV). Sapientem heeft op 26 oktober 2021 alle aandelen in de BV verkocht aan Mihoutao, maar partijen zijn het oneens over de verplichting van Mihoutao om het restant van de koopprijs te betalen. De rechtbank oordeelt dat Mihoutao gehouden is het restant van de koopprijs van € 1.500.000,00 te betalen, maar dat een naheffingsaanslag vennootschapsbelasting van de BV in mindering moet worden gebracht op dit bedrag. Het verzoek van Mihoutao om terugbetaling van een vermeend te veel betaald bedrag wordt afgewezen. De rechtbank legt uit dat de verplichtingen van Mihoutao voortvloeien uit de koopovereenkomst en een vaststellingsovereenkomst die later is gesloten. Mihoutao heeft niet voldaan aan haar betalingsverplichtingen, waardoor zij in verzuim is geraakt. De rechtbank wijst ook op de erkenning van de vordering door de bestuurder van Mihoutao in een e-mail, wat de vordering van Sapientem versterkt. Daarnaast wordt de naheffingsaanslag vennootschapsbelasting besproken, waarbij de rechtbank oordeelt dat zowel Sapientem als Mihoutao een deel van deze belasting moeten betalen, afhankelijk van de periode waarin de belasting is opgelegd. De rechtbank wijst de vorderingen van Sapientem grotendeels toe en wijst de vorderingen van Mihoutao in reconventie af.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/672120 / HA ZA 24-68
Vonnis van 12 februari 2025
in de zaak van
SAPIENTEM HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M.J. op 't Ende te Strijen,
tegen
de vennootschap naar Spaans recht
MIHOUTAO SOCIEDAD LIMITADA,
gevestigd te Palma de Mallorca, Spanje
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A. Mao te Schiedam.
Partijen worden hierna Sapientem en Mihoutao genoemd.
1. De zaak in het kort
Sapientem heeft alle aandelen in het kapitaal van LW Sales B.V. (hierna: de BV) verkocht aan Mihoutao. Partijen verschillen in de kern van mening of Mihoutao, op grond van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst en de naderhand tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst, gehouden is het restant van de koopprijs aan Sapientem te betalen. De rechtbank oordeelt samengevat in conventie en reconventie dat Mihoutao gehouden is het restant van de koopprijs te betalen aan Sapientem, maar dat een deel van een naheffingsaanslag vennootschapsbelasting van de BV in mindering gebracht moet worden op het restant van de koopprijs. Het 843a Rv verzoek en de vordering van Mihoutao tot terugbetaling van het ‘te veel’ betaalde wordt afgewezen. Hierna wordt uitgelegd hoe de rechtbank tot dit oordeel is gekomen.
2. De procedure
2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 oktober 2023, met producties 1 tot en met 11;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, met producties 1 tot en met 5 en 7;
  • de (oproep)brieven van deze rechtbank van 22 april, 7 mei en 18 juli 2024 voor de mondelinge behandeling;
  • de conclusie van antwoord in reconventie;
  • de uittreksels van de Kamer van Koophandel (hierna: KvK) van Sapientem en de BV ten behoeve van de mondelinge behandeling van Sapientem; en
  • de spreekaantekeningen van mr. Mao.
2.2. Het vonnis is bepaald op vandaag.
3. De feiten in conventie en in reconventie
3.1. Sapientem is een financiële holding. Zij was tot 26 oktober 2021 enig aandeelhouder en (onmiddellijk) bestuurder van de BV. Sapientem heeft op 26 oktober 2021 alle aandelen (100%) in het kapitaal van de BV aan Mihoutao verkocht.
3.2. In de koopovereenkomst staat, voor zover hier van belang, onder meer het volgende:
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
  • Verkoper alle geplaatste aandelen in het kapitaal van de Vennootschap[BV]
    houden (de “Aandelen");
  • Verkoper de Vennootschap[BV]
    en de hierin gedreven onderneming wenst te
verkopen en over te dragen aan Koper gelijk Koper de Vennootschap[BV]
en de
hierin gedreven onderneming wenst te kopen en te verkrijgen door middel van
verkoop en overdracht van de Aandelen;

Partijen overeenstemming hebben bereikt omtrent de overname van de
Aandelen en zij hun afspraken schriftelijk in deze overeenkomst wensen vast te
leggen (de “Overeenkomst");

Vooruitlopend op de levering van de Aandelen aan Koper heeft Verkoper het
bestuur van de Vennootschap[BV]
per 1 juli 2021 (deOverdrachtsdatum) aan
Koper overdragen;
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

2.Verkoop en koop, overdracht

2.1.
Verkoper verkoopt hierbij 100% van de Aandelen aan Koper gelijk Koper hierbij
van Verkoper de Aandelen koopt.
2.2.
Verkoper zal de Aandelen op uiterlijk 10 november 2021 (de
Leveringsdatum") leveren aan Koper en Koper zal de Aandelen op de
Leveringsdatum aanvaarden van Verkoper één en ander met inachtneming van
het daaromtrent in deze Overeenkomst bepaalde. Levering en aanvaarding
geschieden door het verlijden van de notariële akte van levering (de
Leveringsakte”), mede houdende erkenning van die overdracht door de
Vennootschap, ten overstaan van de Notaris.
2.3.
Verkoper staat er jegens Koper voor in dat in de periode tussen de datum van
ondertekening van deze Overeenkomsten en de Overdrachtsdatum:
  • de Vennootschap de bedrijfsvoering op de gebruikelijke wijze continueert en dat niet zonder overleg met Koper transacties of (rechts)handelingen buiten de gebruikelijke bedrijfsvoering worden aangegaan en niet zonder overleg met Kopers substantiële investeringen, wijzigingen ten aanzien van beleid en wijzigingen in voorwaarden of wijzigingen in overeenkomsten met derden zullen worden (of zijn) aangegaan, welke afwijken van hetgeen gebruikelijk is;
  • de Vennootschap haar activa in stand houdt, waaronder een gebruikelijke (courante) verkoopvoorraad;
2.4.
Verkoper staat er jegens Koper voor in dat in de periode tussen de datum van
ondertekening van deze Overeenkomst en de Overdrachtsdatum:

geen dividend uitgekeerd zal worden of anderszins onttrekkingen zijn
gedaan of zullen worden dan wel dat daartoe een verplichting is
aangegaan;

geen aandeelhouders-of bestuursbesluit door of met betrekking tot de
Vennootschap wordt genomen zonder voorafgaande toestemming van
Koper, met uitzondering van besluiten die vereist zijn voor de uitvoering
van deze Overeenkomst of die krachtens deze Overeenkomst expliciet
zijn toegestaan:
2.5.
Verkoper zal Koper terstond informeren als zich na ondertekening van deze
Overeenkomst maar voor de Leveringsdatum gebeurtenissen voordoen die
materiële invloed hebben of redelijkerwijs kunnen hebben (voor of na de
Overdrachtsdatum) op de financiële of operationele positie van de
Vennootschap.

3.Koopprijs, opbouwkoopprijs en betaling

3.1
De Koopprijs voor de Aandelen bedraagt € 3.250.000,00 (…). Dit betreft de koopprijs voor de website, voorraad, inventaris, de goodwill en het klantenbestand.
3.2
Betaling van de Koopprijs geschiedt in gedeelten en is gebaseerd op de
resultaten van de activiteiten, verder te noemen: “earn out”:
Earn out zal iedere vrijdag plaats vinden. Verkoper zal in tranches van 50.000
euro (zegge: vijftigduizend euro) het gehele bedrag binnen 52 weken, na de
transactiedatum te hebben voldaan.
3.3
Partijen zijn er bij vaststelling van de Koopprijs vanuit gegaan dat de
Vennootschap "debt free" aan Koper wordt opgeleverd. Er worden door Koper
uitdrukkelijk geen schulden mee overgenomen, waaronder onder meer maar niet
uitsluitend bankschuld(en), schulden aan (zaaks)crediteuren, rekening
courant schulden met de (in)direct bestuurder en/of (in)direct aandeelhouder,
dan wel andere (rentedragende) schulden zoals leningen, alsmede nog te
betalen belasting (o.a. VPB) of schulden die hun oorsprong hebben in de
periode voor Leveringsdatum. Alle schulden dienen derhalve voor overdracht
door Verkoper te zijn afgelost op de Leveringsdatum en de balansposten dienen
door Verkoper zoveel mogelijk naar EUR 0,- te worden gebracht. Verkoper
vrijwaart Koper voor aanspraken van derden (incl. belastingdienst) die zien c.q.
hun oorsprong hebben op de periode voor Leveringsdatum. Verkoper zal op
eerste verzoek van Koper, Koper (op euro voor euro basis) schadeloos stellen
voor dergelijke aanspraken.
3.4
Eventuele banksaldi welke op de Overdrachtsdatum datum nog aanwezig zijn
komen aan Verkoper toe en zullen door Koper aan Verkoper worden uitbetaald. De aan deze betaling verbonden fiscale verplichtingen komen voor rekening van Verkoper.
3.5
Betalingen gedaan door de Vennootschap[BV]
aan Verkoper na de datum van
overdracht zullen strekken in mindering op de koopsom als vermeld in art. 3.1
en zullen als laatste betaling op deze koopsom worden verrekend. De fiscale verplichtingen verbonden aan deze betalingen komen voor rekening van Koper.”

4.Overige bepalingen

4.1
Bestellingen gedaan uiterlijk in de week voorafgaand aan de week van de Leveringsdatum die via de Webshop worden geplaatst komen voor rekening van de Verkoper. Dit betekent dat Verkoper verantwoordelijk is voor de levering van de producten uit de voorraad en recht heeft op de betaling hiervan. Alle bestellingen die door verkoper worden ontvangen in de week voor de Leveringsdatum zullen worden overgedragen aan de Koper, die voor de levering zal zorgdragen. Verkoper heeft het recht op de betaling van deze bestellingen.

8.Boetebeding

8.1
In het geval Koper in strijd handelt met enige bepaling van deze overeenkomst is Koper zonder voorafgaande waarschuwing, ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst een onmiddellijke opeisbare boete verschuldigd aan Verkoper € 10.000,00 (tienduizend euro) per overtreding, onverminderd en naast het recht van Verkoper tot het vorderen van een schadevergoeding voor de geleden schade als gevolg van de overtreding.”
3.3.
De heer [bestuurder] (hierna: [bestuurder] ) is per 2 juli 2021 de bestuurder van de BV.
3.4.
Bij notariële leveringsakte van 8 november 2021 zijn de aandelen van de BV door Sapientem aan Mihoutao geleverd.
3.5.
Naar aanleiding van het niet betalen van de koopprijs door Mihoutao aan Sapientem, zijn partijen met elkaar in overleg getreden en hebben zij op 16 januari 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten (hierna: de VSO). In de VSO staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“in aanmerking nemende:
(…)
-
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2 van de genoemde overeenkomst[rechtbank:
de koopovereenkomst van 26 oktober 2021]
heeft betaling van de koopprijs tot heden niet plaatsgevonden;
  • Mihoutao is eigenaresse van de automobiel Mercedes-Benz 300SL Gullwing (Old Timer), Registratienummer [registratienummer] , bouwjaar 007/1955, Chassisnummer: [chassisnummer] (...);
  • Overleg tussen partijen heeft ertoe geleid dat genoemde automobiel aan Sapientem zal worden verkocht en de betreffende koopprijs door Sapientem in mindering zal worden
gebracht op al hetgeen zij heeft te vorderen van Mihoutao;
-
Partijen wensen de afspraken welke zij ten deze met elkaar hebben gemaakt als volgt vast te leggen.
KOMEN HET NAVOLGENDE OVEREEN:
Art. 1: Koop
1.1
Mihoutao verkoopt aan Sapientem, gelijk Sapientem van Mihoutao koopt de automobiel
Mercedes-Benz 300SL Gullwing (Old Timer), Registratienummer [registratienummer] , zoals nader omschreven in de considerans van deze overeenkomst; (…)
Art. 2: Koopprijs
2.1
De Koopprijs bedraagt € 1.750.000,00 (…)
2.2
De in 2.1 genoemde koopprijs zal door Sapientem worden voldaan middels verrekening
met haar vordering op Mihoutao als vermeld in de considerans van deze overeenkomst (…)”
3.6.
Nadat de betaling van het restantbedrag van de koopprijs van € 1.500.000,00 door Mihoutao onbetaald is gelaten, zijn partijen opnieuw met elkaar in overleg getreden. Er is getracht overeenstemming te bereiken over een tweede vaststellingsovereenkomst tussen Sapientem en Mihoutao. In de conceptversie van de tweede vaststellingsovereenkomst (hierna: de concept VSO) staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
in aanmerking nemende:
(…)
- Dat Sapientem uit hoofde van de overeenkomst van 26 oktober 2021
thans nog heeft vorderen een bedrag ter grootte van 1.500,000,00;
KOMEN HET NAVOLGENDE OVEREEN:
2. In het kader van deze vaststellingsovereenkomst wordt het bedrag van € 1.500.000,00 zoals in de considerans genoemd voorlopig vastgesteld op € 1.250.000,00 (…).
3. Het onder 2. vastgestelde bedrag zal door Koper aan Sapientem worden betaald in wekelijkse termijnen van € 25.000,00 (…), ingaande 1 februari 2023. Na 6 maanden zal de hoogte van de wekelijkse termijn opnieuw tussen partijen worden vastgesteld.
4. Voor de begeleiding van het incassotraject zal Sapientem de incasso overdragen aan Incasseren.nl te Amsterdam. (..)”
3.7.
In een e-mail van 24 april 2023 aan de juridisch adviseur van Sapientem de heer [adviseur] (hierna: [adviseur] ) schrijft [bestuurder] :
“Na ons mailverkeer met vso2[rechtbank: concept VSO]
ben ik akkoord en zit ik te wachten op een handtekening van de heer [betrokkene 1] In mijn ogen is het een zakelijke overeenkomst waar ik achter sta om zsm te gaan starten. (…)
Ik ben al startende met betalingen naar incasso bureau.
Ik wil nu niet meer te horen krijgen dat ik niet wil betalen of iets dergelijks”
3.8.
In een e-mail van 27 april 2023 aan [adviseur] schrijft [bestuurder] voor zover hier van belang:
“Ik ben al startende met betalen naar de deurwaarder. (…) Laten we ook niet vergeten dat de banken zo verschrikkelijk tegen werken dat we nu juist door moeten pakken met het betalen aan de deurwaarder en die dan weer [roepnaam betrokkene][rechtbank: [betrokkene 1] ]
betaalt. (..) Daarnaast hebben[we]
in mijn beleving een overeenkomst[rechtbank: concept-VSO].
3.9.
De heer [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) heeft namens Sapientem aanvullende voorwaarden voorgesteld met betrekking tot de conceptversie van de tweede VSO. In een e-mail van 10 mei 2023 aan [adviseur] schrijft [betrokkene 1] voor zover hier van belang:
“Daarnaast zou ik zoals met u besproken graag zeer duidelijk de aansprakelijkheid met directe in[rechtbank: en]
indirecte bedrijven en ook van [roepnaam bestuurder][rechtbank: [bestuurder] ]
privé erin willen hebben. Met o.a. Mercedes met kenteken [kenteken] , als zekerheden. Dan zitten we nog met rente, wat wilt u/kunt u hier over in de overeenkomst opnemen? (Laat ik nog buiten beschouwing het aanzienlijk bedrag aan incasso kosten e.d.)”
3.10.
Sapientem en Mihoutao hebben uiteindelijk geen overeenstemming bereikt over de concept-VSO en deze is niet door partijen ondertekend.
3.11.
Bij brief van 27 juni 2023 heeft de advocaat van Sapientem Mihoutao gesommeerd tot betaling van de restantkoopprijs van € 1.500.000,00 en Mihoutao aansprakelijk gesteld voor geleden en nog te lijden schade.
3.12.
De belastingdienst heeft de BV op 12 augustus 2023 een naheffingsaanslag vennootschapsbelasting van € 428.950,00 opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021, als hieronder gespecificeerd.
Over de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2021 heeft Sapientem een bedrag van
€ 480.000,00 betaald aan vennootschapsbelasting, als hierboven vermeld onder “verrekende voorlopige aanslagen”.
3.13.
Mihoutao heeft tot op heden (een deel van) het restant van de koopprijs onbetaald gelaten.
4. Het geschil in conventie
4.1.
Sapientem vordert dat de rechtbank bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Mihoutao veroordeelt tot betaling aan Sapientem van de restantkoopprijs van € 1.500.000,00 uit hoofde van de koopovereenkomst, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2023 tot de dag van algehele voldoening;
II. Mihoutao veroordeelt tot betaling aan Sapientem van € 61.037,61 ter zake de wettelijke handelsrente vanaf 26 oktober 2022 tot en met 15 januari 2023;
III. Mihoutao veroordeelt tot betaling aan Sapientem van € 10.000,00, ter zake de contractuele boete;
IV. Mihoutao veroordeelt tot betaling aan Sapientem van € 6.675,00 aan buitengerechtelijke kosten;
V. Mihoutao veroordeelt tot betaling aan Sapientem van € 1.860,44 aan beslagkosten;
met veroordeling van Mihoutao in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijk rente over de proceskosten indien deze kosten niet binnen veertien dagen na dit vonnis worden voldaan.
4.2.
Het verweer van Mihoutao strekt tot het niet-ontvankelijk verklaren van Sapientem in haar vorderingen, althans dat de rechtbank haar vorderingen afwijst, met veroordeling van Sapientem bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de proceskosten en nakosten.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. Het geschil reconventie
5.1.
Mihoutao vordert dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Sapientem beveelt om binnen veertien dagen na dit vonnis alle gevraagde elementen uit de bankrekening en administratie ter inzage te geven aan Mihoutao op een wijze die de rechtbank goeddunkt, althans in het licht van het belang van Mihoutao;
II. Sapientem veroordeelt tot terugbetaling van € 1.206.210,68, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betreffende betaling door Mihoutao; en
III. Sapientem veroordeelt in de proceskosten en nakosten.
5.2.
Het verweer van Sapientem strekt tot het afwijzen van de vorderingen van Mihoutao, met veroordeling van Mihoutao in de proceskosten.
5.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
6. De beoordeling
In conventie en reconventie:
6.1.
Hoewel de vorderingen in conventie en in reconventie met elkaar samenhangen, zal de rechtbank, omwille van de overzichtelijkheid, eerst de vorderingen in conventie beoordelen daarna de vorderingen in reconventie.
In conventie:
De bevoegdheid en het toepasselijk recht
6.2.
Omdat Mihoutao in Spanje is gevestigd kent deze zaak een internationaal karakter. Daarom onderzoekt de rechtbank ambtshalve haar internationale bevoegdheid en het toepasselijk recht. Onder verwijzing naar artikel 12 van de koopovereenkomst en artikel 5 van de VSO moet volgens Sapientem de keuze voor de Nederlandse jurisdictie in het contract ook worden uitgelegd als een forumkeuze voor de Nederlandse rechter. Mihoutao is in de procedure verschenen en heeft de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet betwist. De rechtbank is dan ook bevoegd kennis te nemen van het geschil.
6.3.
Sapientem grondt haar vorderingen op (nakoming van) de koopovereenkomst.
Welk recht hierop toepasselijk is volgt uit de conflictregels van de Verordening EG Nr. 593/2008 van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I). Nu Mihoutao niet heeft betwist dat in artikel 12 van de koopovereenkomst en artikel 5 van de VSO een rechtskeuzebeding is opgenomen, gaat de rechtbank ervan uit dat partijen het eens zijn over de toepasselijkheid van Nederlands recht De rechtbank verstaat dit als een rechtskeuze zodat de vorderingen op grond van artikel 3 Rome I worden beoordeeld naar Nederlands recht.
6.4.
In de kern verschillen partijen van mening of Mihoutao op grond van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst en VSO gehouden is het restant van de koopprijs aan Sapientem te betalen.
Standpunten partijen
6.5.
Volgens Sapientem is Mihoutao gehouden tot de betaling van het restant van de koopprijs, omdat Mihoutao in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst en de VSO toerekenbaar tekort is geschoten. Sapientem stelt daartoe het volgende.
6.5.1.
De volledig koopprijs van de aandelen van de BV is op 26 oktober 2022 opeisbaar geworden, maar op die datum had Mihoutao nog niets van de koopprijs aan Sapientem voldaan. Mihoutao is op 26 oktober 2022 daarom van rechtswege in verzuim. Met betrekking tot de restantkoopprijs van € 1.500.000,00 stelt Sapientem dat deze vordering bovendien door [bestuurder] is erkend door zijn e-mail van 24 april 2023 in het kader van de onderhandelingen tussen Sapientem en Mihoutao over de concept VSO.
6.5.2.
Omdat Mihoutao niet de volledige koopprijs voor de aandelen van de BV aan Sapientem heeft betaald en dus in strijd met artikel 3 van de koopovereenkomst heeft gehandeld moet zij ook een contractuele boete van € 10.000,00 (artikel 8 van de koopovereenkomst) aan Sapientem betalen.
6.6.
Volgens Mihoutao heeft Sapientem niets meer van haar te vorderen, omdat de volledige koopprijs al is voldaan. Daartoe voert Mihoutao aan dat partijen geen cash- en debt free overeenkomst zijn overeengekomen. In artikel 3 van de koopovereenkomst is enkel opgenomen dat de BV “debt free” aan Mihoutao wordt overgedragen. Doordat er geld is overgemaakt naar Sapientem en naar de voormalige bestuurder van aan Sapientem gelieerde ondernemingen na de bestuurswissel van 1 juli 2021 en vóór de leveringsdatum van 8 november 2021, is sprake van ongeoorloofde transacties ter grootte van circa € 2.059.260,30. Deze betalingen zijn volgens Mihoutao verricht door [betrokkene 1] . Mihoutao verwijst naar artikel 3.5 van de koopovereenkomst, waarin staat dat betalingen gedaan door de BV aan Sapientem na de datum van overdracht [rechtbank: 1 juli 2021] zullen strekken in mindering op de koopsom als vermeld in artikel 3.1 van de koopovereenkomst en als laatste betaling op deze koopsom zullen worden verrekend.
6.6.1.
Ter zitting heeft (de advocaat van) Mihoutao verklaard dat de erkenning van [bestuurder] met betrekking tot het bestaan van de vordering berust op een onjuiste weergave van zaken en daarom niet op gaat. Volgens Mihoutao is zij pas achter de ongeoorloofde transacties gekomen door een nadere bestudering van de processtukken in de onderhavige kwestie. Bovendien heeft Mihoutao nooit de administratie van de BV ontvangen, omdat deze door Sapientem is achtergehouden.
6.6.2.
Daarnaast voert Mihoutao aan dat de opgelegde naheffingsaanslag vennootschapsbelasting van € 428.950,00 voor het jaar 2021 voor rekening van Sapientem moet komen. Mihoutao verwijst in dit verband naar artikel 3.3 van de koopovereenkomst, waarin staat dat de koper geen schulden mee overneemt, waaronder de nog te betalen vennootschapsbelasting die haar oorsprong heeft in de periode vóór de leveringsdatum van de aandelen.
6.6.3.
Voor zover de rechtbank van oordeel is dat Mihoutao verplicht is tot enige betaling aan Sapientem, dan is de vordering van Sapientem volgens Mihoutao door verrekening volledig teniet gegaan. Mihoutao betoogt in dit verband dat zij in haar brief van 26 maart 2024 een verrekeningsverklaring heeft uitgebracht voor het geval op enig moment zou komen vast te staat dat Mihoutao iets aan Sapientem verschuldigd is.
Betaling van het restant van de koopprijs
6.7.
Naar het oordeel van de rechtbank ontbeert het standpunt van Mihoutao, dat Sapientem geen vordering meer op haar heeft, en het beroep van Mihoutao op verrekening met ongeoorloofde transacties, deugdelijke onderbouwing.
6.8.
Ter zitting is door mevrouw [betrokkene 2] , de echtgenote van [betrokkene 1] , verklaard dat zij zelf, samen met de voormalig boekhouder van de BV, ervoor heeft gezorgd dat alle bankpassen, pincodes en producten die nodig zijn om betalingen te verrichten namens de BV, op 2 juli 2021 aan [bestuurder] zijn overgedragen. [betrokkene 2] en [betrokkene 1] konden daardoor zelf vanaf het moment dat [bestuurder] enig bestuurder is geworden op 2 juli 2021, geen betalingen meer verrichten namens de BV. [betrokkene 2] verklaarde dan ook ter zitting dat ‘ongeoorloofde’ betalingen niet door haar of [betrokkene 1] zijn verricht maar door [bestuurder] zelf zijn verricht.
6.9.
Mihoutao heeft daarop slechts gepersisteerd bij haar stelling dat de administratie niet is overgedragen en [bestuurder] geen betalingen kon verrichten voor de BV. Die stelling heeft Mihoutao niet gestaafd met bescheiden. Mihoutao heeft in het bijzonder geen schriftelijke bescheiden in het geding gebracht waaruit blijkt dat [bestuurder] na de bestuurswissel (2 juli 2021) heeft geklaagd vanwege niet-overgedragen administratie waardoor hij geen betalingen kon verrichten, terwijl zo’n klacht toch minst genomen aan de orde moet zijn geweest omdat het voor de bedrijfsuitoefening binnen een BV een zeer groot probleem is als de enige bestuurder van de BV ( [bestuurder] ) geen betalingen kan verrichten. Het had daarom op de weg van Mihoutao gelegen dergelijke bescheiden in het geding te brengen. Nu bovendien Mihoutao ter zitting geen nadere toelichting heeft kunnen geven naar aanleiding van de verklaring van [betrokkene 2] , verwerpt de rechtbank de stelling van Mihoutao dat ze niet de beschikking heeft gekregen over de administratie en geen betalingen kon verrichten. Mihoutao heeft deze stelling onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd. De rechtbank gaat er daarom ook van uit dat de beweerdelijk ongeoorloofde betalingen zijn verricht door [bestuurder] zelf, de enig en zelfstandig bestuurder per 2 juli 2021.
6.10.
Uit artikel 4.1 van de koopovereenkomst volgt overigens dat het heel wel mogelijk is dat Sapientem of haar voormalig bestuurder nog recht op betalingen had vanwege bestellingen van vóór de aandelenoverdracht op 8 november 2021. Sapientem heeft ter zitting ook aangevoerd dat de onderhavige betalingen verband hielden met de winsten van vóór de leveringsdatum en dat zij daartoe gerechtigd was. Mihoutao heeft dat niet, en in ieder geval niet voldoende gemotiveerd, weersproken. De transacties kunnen daarom ook niet als onverschuldigd worden aangemerkt. In dit oordeel is betrokken dat Mihoutao in de drie jaren voorafgaand aan deze procedure geen bezwaar heeft gemaakt tegen het cash free maken van de onderneming. Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat [bestuurder] per e-mail van 27 april 2023 heeft verklaard dat hij is begonnen met betalen aan een incassobureau en dat hij daarmee dus op dat moment erkende dat Mihoutao nog een restant van de koopprijs verschuldigd was aan Sapientem. Dat deze erkenning zou hebben berust op een onjuiste weergave van zaken, zoals Mihoutao ter zitting aanvoerde, is zonder nadere onderbouwing, die niet is gegeven, geen reden om geen waarde te hechten aan die erkenning door [bestuurder] . De rechtbank hecht er in dit verband ook betekenis aan dat hoewel Mihoutao zich beroept op een aan Sapientem verzonden verrekeningsverklaring, deze verrekeningsverklaring zich niet bij de stukken bevindt. Ook hierover heeft Mihoutao ter zitting geen nadere uitleg kunnen verschaffen.
Overigens is in de procedure onduidelijk gebleven aan welk incassobureau [bestuurder] heeft betaald. Evenmin is gesteld of gebleken dat Sapientem betalingen heeft ontvangen van Mihoutao die verband houden met de restantkoopprijs.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van ongeoorloofde transacties en faalt het verrekeningsverweer van Mihoutao.
6.11.
Dit alles leidt tot de conclusie dat Mihoutao het restant van de koopprijs van
€ 1.500.000,00 aan Sapientem moet betalen.
De naheffingsaanslag vennootschapsbelasting
6.12.
Partijen verschillen er van mening over voor wiens rekening de naheffingsaanslag vennootschapsbelasting komt. Sapientem stelt zich op het standpunt dat Mihoutao die naheffingsaanslag moet betalen, omdat Sapientem niet meer zou hoeven te betalen dan wat zij al heeft betaald over de eerste helft van het jaar, namelijk € 480.000,00. Mihoutao stelt zich op het standpunt, onder verwijzing naar de koopovereenkomst, dat het bedrag van € 428.950,00 van de naheffingsaanslag vennootschapsbelasting voor rekening van Sapientem komt.
6.13.
De rechtbank is van oordeel dat zowel Sapientem als Mihoutao ieder een deel van de naheffingsaanslag vennootschapsbelasting moeten betalen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
6.14.
Nu de aandelen zijn geleverd op 8 november 2021 komt de vennootschapsbelasting die betrekking heeft op de periode van 1 juli tot en met 7 november 2021 nog voor rekening van Sapientem. Immers, niet valt in te zien waarom Sapientem, bij gebreke van enige toelichting van haar kant, niet gehouden kan worden aan de vrijwaringsbepaling in artikel 3.3 van de koopovereenkomst (zie 3.2 hierboven). Daarom dient Sapientem, naar rato, aan vennootschapsbelasting voor de periode van 1 juli tot en met 7 november 2021 € 303.062,50 te betalen. Voor Mihoutao’s rekening komt de vennootschapsbelasting over de periode van 8 november tot en met 31 december 2021, te weten naar rato € 125.887,50.
Tussenconclusie
6.15.
Gelet op wat de rechtbank hiervoor in 6.11 en 6.14 heeft overwogen is de conclusie dat Mihoutao een bedrag van € 1.196.937,50 (€ 1.500.000,00 min € 303.062,50) aan Sapientem moet betalen. De rechtbank zal Mihoutao daartoe veroordelen.
De wettelijke handelsrente
6.16.
Sapientem vordert:
  • i) dat Mihoutao wordt veroordeeld om € 61.037,61 aan wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW) te betalen over de volledige koopprijs van € 3.250.000,00 vanaf 26 oktober 2022 tot en met 15 januari 2023;
  • ii) dat Mihoutao wordt veroordeeld om de wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW) te betalen over het restant van de koopprijs (€ 1.500.000,00) vanaf 16 januari 2023 tot en met de dag van algehele voldoening.
6.17.
De vordering van de wettelijke handelsrente is voor toewijzing vatbaar, waarbij het volgende van belang is. Vast staat dat Mihoutao per 26 oktober 2022 in verzuim is geraakt met haar verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst, omdat de volledige koopprijs per 26 oktober 2022 opeisbaar is geworden, te weten 52 weken na de transactiedatum (26 oktober 2021) als bedoeld in artikel 3.2 van de koopovereenkomst. Dat is een fatale termijn. Daarnaast is [bestuurder] per e-mail van 31 oktober 2022, kennelijk volledigheidshalve, nog in gebreke gesteld.
In de VSO van 16 januari 2023 hebben partijen niet afgezien van verschuldigdheid van Mihoutao tot betaling van wettelijke rente. De gevorderde wettelijke handelsrente van
€ 61.037,61 (over de koopsom van € 3.250.000,00 vanaf 26 oktober 2022 tot en met 15 januari 2023) zal dan ook worden toegewezen. De rechtbank zal Mihoutao tot betaling van dit bedrag veroordelen.
Gesteld noch gebleken is dat partijen naderhand, bijvoorbeeld tijdens de onderhandelingen over de concept-VSO, zijn overeengekomen dat Mihoutao geen wettelijke handelsrente meer verschuldigd zou zijn. Over het restant van de koopprijs per 15 januari 2023
(€ 1.500.000,00) zal dan ook de wettelijke rente worden toegewezen vanaf 16 januari 2023 tot 23 september 2023, per welke datum de naheffingsaanslag vennootschapsbelasting op rekening van de fiscus moest zijn bijgeschreven, waarvan Sapientem € 303.062,50 moest voldoen. Vanaf 24 september 2023 tot en met de dag van algehele voldoening zal de wettelijke rente over € 1.196.937,50 (€ 1.500.000 minus € 303.062,50) worden toegewezen.
Contractuele boete
6.18.
Vast staat dat Mihoutao het restant van de koopprijs onbetaald heeft gelaten. Mihoutao is op grond van artikel 8 van de koopovereenkomst (zie 3.2 hierboven) daarom gehouden een contactuele boete van € 10.000,00 aan Sapientem te betalen, wat door Mihoutao niet is bestreden. Ook deze vordering wordt dan ook toegewezen.
Buitengerechtelijke kosten
6.19.
Sapientem maakt aanspraak op de vergoeding van de buitengerechtelijke kosten voor een bedrag van € 6.675,00. Mihoutao heeft niet dan wel onvoldoende weersproken dat Sapientem recht heeft op een vergoeding hiervan. Het gevorderde bedrag is, gelet op de hoogte van het toewijsbare bedrag, in overeenstemming met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden dan ook eveneens toegewezen.
Beslagkosten
6.20.
Sapientem vordert Mihoutao te veroordelen tot betaling van € 1.860,44 aan beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. Voor de opbouw van het hiervoor genoemde bedrag heeft Sapientem verwezen naar haar productie 11 bij dagvaarding, die ziet op betekeningskosten c.q. verschotten. Vermeerderd met de kosten die Sapientem nog heeft gehad aan griffierecht voor het beslagrekest worden de beslagkosten in totaal vastgesteld op € 1.860,44 conform de vordering:
€ 1.184,44 kosten deurwaardersexploot (5 x € 221,57 + € 76,59),
€ 676,00 griffierecht (beslagrekest).
In reconventie:
6.21.
Mihoutao heeft op grond van artikel 843a Rv aanspraak gemaakt op inzage in de rekeningafschriften van de ING-rekening van de BV over de periode 1 juli 2021 tot en met 8 november 2021 en de administratie van de BV over de periode 2020 en 2021 om zo te kunnen nagaan of Sapientem (nog meer) ongeoorloofde transacties heeft verricht en in het verlengde daarvan maakt zij aanspraak op terugbetaling van € 1.206.210,68. In dit verband beroept Mihoutao zich op bankafschriften en een e-mail van 9 december 2021 van haar administratiekantoor (producties 3, 4 en 7 van Mihoutao).
6.22.
Sapientem voert als verweer (i) dat Mihoutao rechtens geen belang heeft bij haar vordering tot inzage, omdat Mihoutao de gehele boekhouding op 1 juli 2021 (de dag van de bestuurswissel) heeft verkregen, (ii) dat de e-mail van 9 december 2021 waarop Mihoutao zich beroept nooit is verstuurd naar Sapientem, en (iii) Mihoutao dan wel de BV drie jaar lang geen enkele actie hebben ondernomen om de betreffende bescheiden bij Sapientem op te vragen. Volgens Sapientem heeft zij geen ongeoorloofde transacties verricht en is de gevorderde terugbetaling niet aan de orde.
6.23.
Artikel 843a Rv (m.i.v. 1 januari 2025 artikelen 194 tot en met 195a Rv) bepaalt dat hij die daarbij een rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking heeft of onder zijn berusting heeft.
6.24.
Mihoutao heeft haar artikel 843a Rv verzoek niet deugdelijk onderbouwd. Artikel 843a Rv biedt niet de mogelijkheid om inzage, afschrift of uittreksel te vragen van bescheiden waarvan Mihoutao slechts het vermoeden heeft dat zij weleens steun zouden kunnen geven aan haar standpunten.
Mihoutao stelt in feite uitsluitend dat zij hopelijk uit de opgevraagde bescheiden iets kan afleiden dat haar standpunt kan helpen onderbouwen, maar op grond waarvan zij dat terecht zou mogen hopen of verwachten wordt door haar niet toegelicht of onderbouwd. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom Mihoutao rechtmatig belang zou hebben bij de door haar opgevraagde bankafschriften. De e-mail van 9 december 2021 maakt dat niet anders. Weliswaar is de afzender bekend maar niet de geadresseerde. Dat Sapientem deze e-mail heeft ontvangen, kan, gelet op de gemotiveerde betwisting van Sapientem, daarom niet worden vastgesteld.
6.25.
Gelet, voorts, op het door de rechtbank in conventie gegeven oordeel over het door Mihoutao aan Sapientem te betalen restant van de koopprijs en de overwegingen die aan dat oordeel ten grondslag liggen, zal de 843a vordering van Mihoutao worden afgewezen.
Voorts in conventie en in reconventie:
6.26.
Mihoutao is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten in conventie en reconventie (inclusief nakosten) betalen. In conventie zal de rechtbank gelet op de bedragen waar Sapientem recht op heeft, tarief VIII toepassen. In reconventie gaat de rechtbank, gelet op de samenhang met de conventie, uit van tarief II en waardeert zij de verrichtingen op halve punten.
De proceskosten van Sapientem in conventie en in reconventie worden tezamen begroot op:
explootkosten € 106,73
griffierecht € 9.137,00
salaris advocaat in conventie € 13.071,00 (2 punten en 1 punt beslag x tarief VIII
€ 4.357,00)
salaris advocaat in reconventie € 614,00 (2 punten x 0,5 x tarief II € 614,00)
nakosten €
278,00(plus de verhoging zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 23.206,73
De door Sapientem gevorderde wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar op de wijze als in de beslissing vermeld.
Ook de veroordeling van Mihoutao in de proceskosten wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat de vordering daartoe is gegrond op de wet en deze niet is bestreden.
7. De beslissing
De rechtbank
in conventie
7.1.
veroordeelt Mihoutao aan Sapientem te betalen € 1.196.937,50 ter zake het restant van de koopprijs, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, als bedoeld in artikel 6:119a BW, vanaf 24 september 2023 tot en met de dag van algehele voldoening;
7.2.
veroordeelt Mihoutao aan Sapientem te betalen de wettelijke handelsrente, als bedoeld in artikel 6:119a BW, over het restant van de koopprijs per 15 januari 2023 (€ 1.500.000,00) vanaf 16 januari 2023 tot 23 september 2023,
7.3.
veroordeelt Mihoutao aan Sapientem te betalen € 61.037,61 ter zake de wettelijke handelsrente, vanaf 26 oktober 2022 tot en met 15 januari 2023,
7.4.
veroordeelt Mihoutao aan Sapientem te betalen € 10.000,00 ter zake de contractuele boete,
7.5.
veroordeelt Mihoutao aan Sapientem te betalen € 6.675,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
7.6.
veroordeelt Mihoutao aan Sapientem te betalen € 1.860,44 aan beslagkosten,
7.7.
wijst af het meer of anders gevorderde,
in reconventie
7.8.
wijst af de vorderingen van Mihoutao,
in conventie en in reconventie
7.9.
veroordeelt Mihoutao in de proceskosten van Sapientem, tot op heden begroot op
€ 23.206,73 te betalen binnen veertien dagen na dit vonnis; als Mihoutao niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, moet Mihoutao € 92,00 extra aan Sapientem betalen, plus de kosten van betekening,
7.10.
veroordeelt Mihoutao tot betaling aan Sapientem van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten van Sapientem als deze kosten niet uiterlijk veertien dagen na dit vonnis worden voldaan,
7.11.
verklaart onderdelen 7.1 tot en met 7.6, 7.9 en 7.10 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. de Geus in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2025.
3893/1451/638