Uitspraak
1.[persoon 1] ,
,
Rechtbank Rotterdam
Op 13 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een verzoek tot verschoning toegewezen van mr. C. Bouwman, rechter in de rechtbank Rotterdam, in een civiele procedure met zaak- en rolnummer C/10/683860 / HA ZA 24-684. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat mr. C. Bouwman als voorzitter deel uitmaakt van de meervoudige kamer die de hoofdzaak behandelt, waarin hij eerder een mondeling vonnis heeft gewezen. In deze hoofdzaak zijn [bedrijf A] en gedaagden in conventie betrokken, waarbij ook [bedrijf C] als partij in het geding wordt betrokken door middel van incidentele vorderingen. De rechter heeft aangegeven dat er een schijn van partijdigheid kan ontstaan, wat de reden was voor zijn verzoek om zich te mogen verschonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn voor subjectieve partijdigheid, maar dat de omstandigheden wel een objectieve vrees voor schijn van partijdigheid rechtvaardigen. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen, om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen.