Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 oktober 2024, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord, met bijlagen;
- de conclusie van repliek;
- de akte wijziging van eis van de vereniging;
- de aantekeningen van het mondelinge verweer, met bijlagen.
2.De beoordeling
Indien een eigenaar het ingevolge artikel 4 en/of artikel 5 door hem aan de vereniging verschuldigde bedrag niet binnen een maand, nadat het bedrag opeisbaar is geworden, aan de vereniging heeft voldaan, is hij zonder dat enige ingebrekestelling is vereist in verzuim en is hij over dat bedrag, van de datum van opeisbaarheid af, een rente verschuldigd, berekend op basis van de wettelijke rente ten tijde van de dag van opeisbaarheid verhoogd met twee punten, met een minimum van tien gulden (nlg 10,00) of zoveel meer als de vergadering telkenjare mocht vaststellen. Het bestuur is bevoegd dit bedrag te matigen. Artikel 29 is niet van toepassing.”