ECLI:NL:RBROT:2025:1835
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting coffeeshop wegens te hoge handelsvoorraad softdrugs
Op 14 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De burgemeester van Rotterdam had een coffeeshop voor drie maanden gesloten vanwege het aantreffen van een te hoge handelsvoorraad softdrugs. De sluiting was niet gebaseerd op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester de noodzaak tot sluiting voldoende had gemotiveerd. Verzoekster, de exploitant van de coffeeshop, had bezwaar gemaakt tegen de sluiting en vroeg de voorzieningenrechter om de coffeeshop voorlopig open te houden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat de burgemeester het algemeen belang zwaarder mocht laten wegen dan de belangen van de exploitant. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting gerechtvaardigd was, gezien de grote hoeveelheid softdrugs die was aangetroffen en de risico's die dit met zich meebracht voor de openbare orde. De voorzieningenrechter benadrukte dat de sluiting in overeenstemming was met het coffeeshopbeleid van de gemeente Rotterdam, dat bij herhaalde overtredingen van de handelsvoorraad sluiting voor drie maanden voorschrijft. De uitspraak houdt in dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting te handhaven, en dat er geen aanleiding was voor een voorlopige voorziening.