ECLI:NL:RBROT:2025:1831
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Cumulatieve dagvaarding en verstek in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, hebben eisers, bestaande uit vier partijen uit Nissewaard en Rotterdam, een cumulatieve dagvaarding ingediend tegen een gedaagde uit Oostvoorne. De eisers vorderen een betaling van in totaal € 986,93, vermeerderd met rente en kosten, zoals uiteengezet in de dagvaarding van 26 februari 2024. De gedaagde is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft de vorderingen van de eisers beoordeeld en vastgesteld dat deze niet ongegrond of onrechtmatig zijn. Er is onderzocht of de gedaagde bij het sluiten van de overeenkomst onvoldoende of onjuiste informatie heeft ontvangen, maar dit bleek niet het geval. Ook zijn er geen oneerlijke bepalingen aangetroffen die relevant zijn voor deze zaak. De kantonrechter heeft zich beperkt tot de bepalingen die van belang zijn voor de beoordeling van de eis.
De proceskosten zijn begroot op € 644,04, bestaande uit dagvaardingskosten, griffierecht, salaris voor de gemachtigde en nakosten. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de vorderingen aan de eisers, inclusief wettelijke rente over de verschuldigde bedragen. Dit vonnis is uitgesproken op 5 februari 2025 door mr. M. Fiege en is uitvoerbaar bij voorraad.