Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3] .,
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 januari 2025, met producties,
- het oproepingsexploot van 16 januari 2025, met producties,
- de conclusie van antwoord van [bedrijf B] , met producties,
- de eis in reconventie van [bedrijf B] ,
- de conclusie van antwoord in reconventie van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] , met producties,
- de akte overlegging nadere producties van [holding A] , met producties,
- de akte overlegging productie van [bedrijf B] , met een productie,
- de pleitaantekeningen van mr. Schouten,
- de spreekaantekeningen van mrs. Koçer en Den Toom.
2.De feiten
primair: om aan [holding A] per e-mail te overleggen, en
4.De beoordeling
in conventie
nieuwe zaak” [naam bedrijf] heet. Anders dan [bedrijf B] maakt de voorzieningenrechter daar niet uit op dat er ook nog andere zaken zijn en dat [naam bedrijf] dus onderdeel van [bedrijf B] zou zijn. [gedaagde 1] schrijft namelijk ook dat [bedrijf B] haar “
alles was” en dat zij met [naam bedrijf] “
een nieuwe start” maakt.