ECLI:NL:RBROT:2025:1789
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot nihil vaststelling van tegemoetkomingen op grond van de NOW-regelingen en terugvordering van voorschotten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had aanvragen ingediend voor tegemoetkomingen op basis van de NOW-3, NOW-4 en NOW-6, maar verweerder heeft de definitieve vaststellingen op nihil gesteld en de aan eiseres betaalde voorschotten teruggevorderd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres, ondanks herhaalde herinneringen, geen aanvragen om vaststelling van de tegemoetkomingen heeft ingediend, waardoor haar recht op deze tegemoetkomingen niet kon worden berekend. Eiseres voerde aan dat het onredelijk was dat haar aanvragen waren afgewezen, omdat zij geen gespecialiseerde accountantsverklaring kon aanleveren vanwege de kosten. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder terecht de besluiten tot nihil vaststelling heeft genomen en de voorschotten heeft teruggevorderd. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees het verzoek om terugbetaling van griffierecht en proceskosten af. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.