Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
6 januari 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Verdachte is al wel eerder veroordeeld voor diverse andere strafbare feiten, waaronder een overtreding van de Opiumwet en een diefstal. Daar houdt de rechtbank rekening mee.
8.Vorderingen benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
€ 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), bestaande uit vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] te betalen
€ 2.000,00(hoofdsom,
zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 2.000,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), bestaande uit vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] te betalen
€ 2.000,00(hoofdsom,
zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 2.000,00 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 30 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
mr. A.P. Hameete, voorzitter,
mrs. J.L. Luitenen
F.M. van Peski, rechters,